• onafhankelijk • onderzoekend • opiniërend •

Babyboomers domineren boeddhistische zuil

Indra's Net

Een kleine groep babyboom-boeddhisten domineert de zuil die de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) begin deze eeuw creëerde. De unie krimpt echter, en het bestuur en de netwerken erachter vergrijzen. De koepelorganisatie, opgericht in 1978, is daarmee terug op het niveau waarop ze zich na een ’slapend bestaan’ in 1989 bevond. Vijftien jaar geleden begon een zelfbenoemde elite een twintigtal Nederlandse sangha’s onder te brengen in een boeddhistische zuil -met een eigen omroep, eigen tijdschriften, eigen contactorgaan, ambtelijke dienst en seminarium. Nu verliest de unie snel aan belang en betekenis.

De boeddhistische zuil in Nederland is bestuurlijk in handen van een kleine, gesloten groep. Deze elite van voornamelijk blanke Nederlandse mannen van de babyboom-generatie domineert de netwerken achter de BUN. Zij neemt zonder adequaat toezicht besluiten met verstrekkende gevolgen, óók voor de meerderheid van de boeddhistische gemeenschap die zich buiten de zuil bevindt.

De BUN drijft nu nog bestuurlijk op de informele netwerken en machtsstructuren die deze kleine groep boeddhistische bekeerlingen eind jaren ’60, begin jaren ’70 vormde. Etnische boeddhisten uit Azië, individuele, niet-organiseerde boeddhisten en niet-leden spelen in hun besluitvorming geen rol. Aan hun bestaan wordt binnen de BUN-netwerken louter lippendienst bewezen.

Al veertig jaar maken autochtone babyboomer-boeddhisten –veelal precies dezelfde personen als toen– achter de schermen van de boeddhistische zuil de dienst uit. Hun tijdperk loopt ten einde. Door de samenloop van vergrijzing, secularisering, commercialisering en overheidsbezuinigingen verliezen hun BUN-netwerken snel aan belang en betekenis. Óók voor marktpartijen. De BOS houdt op te bestaan, het budget van de dienst Boeddhistisch Geestelijke Verzorging (BGV) op het ministerie van Justitie en Veiligheid is bevroren, de kans op passende werkgelegenheid voor studenten aan het Boeddhistisch Seminarium aan de VU is miniem.

Een netwerkanalyse van • open boeddhisme • toont dit aan. De redactie bracht de netwerken van organisaties en individuele boeddhisten achter de BUN sinds eind jaren ’60 in beeld. Ook verkende ze hun posities hierin, en de rol van kleinere boeddhistische netwerken ten opzichte van elkaar. Daarnaast onderzocht de redactie de demografie van bestuursleden en deelnemers aan BUN-ledenvergaderingen.

Veel bronnen voor deze netwerkanalyse zijn door de BUN zelf verspreid (ledenlijsten, notulen, nieuwsbrieven, beleidsstukken, informatiegidsen). Daarnaast raadpleegde de redactie boeddhistische tijdschriften en on line media die onderdeel zijn van het netwerk: SaddharmaKwartaalblad BoeddhismeVorm & Leegte, BoeddhaMagazine en het Boeddhistisch Dagblad. Ze toetste de informatie daaruit aan het Handelsregister en door onafhankelijke onderzoekers vanaf begin jaren ’80 uitgevoerde studies.

Autochtone, mannelijke babyboomers

Opeenvolgende BUN-besturen sinds 1990 worden gedomineerd door autochtone, mannelijke bekeerlingen uit de babyboomer-generatie (1944-1964) en ouder. Ze behoren voor het overgrote deel tot het Tibetaans boeddhisme. Het aantal niet-Tibetaans boeddhistische bestuursleden daalde de afgelopen drie jaar tot nul. Behalve in het BUN-bestuur domineren Tibetaans boeddhistische bekeerlingen ook de ledenvergaderingen.

Die leden-vertegenwoordigers vervullen tijdens BUN-ledenvergaderingen een bijrol. De besluitvorming over de komst van de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS) en de erkenning als Boeddhistische Zendende Instantie (BZI) vond buiten hen om plaats. Beslissingen over de samenstelling van het BOS- en BZI-bestuur en de BOS-directie werden buiten de leden om genomen. De vacature van ambtelijk hoofd van de dienst Boeddhistisch Geestelijke Verzorging werd buiten hun medeweten door BUN-voorzitter Theo Alkemade (Varamitra) zelf vervuld. De grondslag van de zendmachtigingsaanvraag 2009 werd buiten de leden-vertegenwoordigers om gewijzigd.

Derde macht

Sinds 2012 worden BUN-ledenvergaderingen alleen ’verkort’ genotuleerd. Daardoor, én vanwege het grote verloop onder BUN-vrijwilligers (de unie versleet de afgelopen 15 jaar 42 bestuursleden en acht voorzitters) beschikken alleen oudgediende sangha-leiders en -vertegenwoordigers over een bestuurlijk geheugen.

Binnen de BUN-netwerken vormt deze groep een informele derde macht.

Zíj zijn de dragers van de organisatiecultuur binnen BUN, BOS en BZI. Zíj belichamen de subtiele mechanismen van in- en uitsluiting die deze netwerken kenmerkt. Zíj houden, net als échte ‘ouderlingen’, de boeddhistische kudde in het gareel.

De informatie-achterstand van de passanten in het bestuur en de ledenvergadering is zo groot dat zij niet in staat zijn de beweringen van de derde macht te toetsen. Effectief tegenspel is daardoor onmogelijk. In het achterkamertjesoverleg en de voldongen feiten waarvoor zij keer op keer worden gesteld, kan een redelijke verklaring voor de passiviteit van BUN-leden zijn gelegen. Dit ontgaat echter opeenvolgende BUN-voorzitters. Zij beklagen zich wel over de lage ‘participatiegraad’, de magere opkomst tijdens ledenvergaderingen en het geringe aantal vrijwilligers, maar verzuimen zelf na te gaan wat daarvan de oorzaken zijn.

In feite vormt de BUN sinds begin jaren ’90 niet meer dan een façade. Daarachter gaat precies dezelfde, elitaire groep boeddhisten schuil die in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw deel uitmaakte van het netwerk van de Nederlands Buddhistische Vriendenkring, het Nederlands Buddhistische Centrum en de Stichting Vrienden van het Boeddhisme (SVB).

Twintigers, dertigers

Deze kleine groep boeddhisten van twintigers en dertigers ontmoette elkaar voor het eerst in de algemene centra die boeddhisten destijds een podium boden: de Kosmos, de Tiltenberg en de Theresiahoeve. Later vormden dezelfde personen, met vallen en opstaan en via allerlei omwegen, de eerste sangha’s van ons land: De Zen Kring (1968), Nederlandse Buddha-Dhamma Stichting (1973), Karma Deleg Chöpel Ling (1975), Dharmadatu (1977), Jonge Boeddhisten Nederland (1978), Maitreya Instituut en Boeddhistisch Meditatiecentrum Groningen (1982).

Sindsdien is de boeddhistische gemeenschap onderhevig aan tegengestelde krachten: een ongekende organisatiewoede en een hardnekkige verzuilingsdrang. Het proces voltrekt zich volgens eeuwenoude, oerhollandse culturele patronen: kerkvorming en -scheuring bemiddeld door koopmannen, dominees en ouderlingen.

In korte tijd sticht een verrassend klein aantal boeddhisten een verrassend groot aantal boeddhistische instellingen. Niet alle initiatieven slagen: al te ambitieuze voornemens moeten na een financiële reality check nog al eens worden bijgesteld. Bovendien frustreren de centrifugale krachten en versnippering van middelen die deze organisatiewoede oproept, de gelijktijdige pogingen tot centralisatie vanuit BUN (1978) en SVB (1979).

De toen ontstane netwerken brengen de tweede, nu nog levende generatie Nederlands boeddhistische leraren voort: Erik Bruijn, Jotika Hermsen, Jiun Hogen Roshi, Frits Koster, Pierre Krul (Dhammawiranatha), Ton Lathouwers, Matthijs Schouten, Nico Tydeman, Aad Verboom, Han de Wit enzovoorts.

Netwerkmedia

Later uit diezelfde netwerken voortgekomen media als de BOS, Bodhi TV, BoeddhaMagazine en het Boeddhistisch Dagblad stellen zich tegenover deze sangha’s en leraren dienstbaar op. Ten opzichte van de boeddhistische zuil én ten opzichte van elkaar bedrijven ze geen onafhankelijke journalistiek. Autoriteiten zijn er om te worden geciteerd, verklaringen zijn er om voetstoots te worden aangenomen.

De afgelopen jaren besteedden deze media aan sommige bij de BUN aangesloten boeddhistische leraren onevenredig veel aandacht. Zoveel, dat van boeddhistische leraren als Theo Alkemade (Varamitra), Jotika Hermsen, Jiun Hogen, Nico Tydeman Sensei en Han de Wit niet meer valt na te gaan of zij hun bekendheid nu aan de continue mediabelangstelling te danken hebben, of dit andersom is.

De Dharma Advies Raad (DAR) bestaat uitsluitend uit BUN-leraren en ’-sangha-ouderen’. In een recente mission statement reduceert de DAR ’het georganiseerde boeddhisme in Nederland’ tot ’BUN, BOS, BZI’. DAR-leden beschouwen de eigen, arbitraire weergave van de feiten als een vorm van ’juist spreken’. Alleen díe vorm van spreken zou personen niet ’beschadigen’, aldus de DAR.

Minder bekende leraren als Bert van Baar, Tenkei Coppens, Gunabhadri, Adi Ichsan, Paul Loomans en Kaye Miner liften in de pas ingestelde Dharma Advies Raad (DAR) mee op de bekendheid van BUN-personalities als Hogen, Schouten, Tydeman en De Wit.

Van alle boeddhistische leraren loopt Nico Tydeman het langst mee. Hij oefent via Kanzeon-leerlingen als Francisca Boel, Petra Hubbeling, Maurice Knegtel, Bert Koopmanschap en Gertjan Mulder ook de meeste invloed in de BUN-netwerken uit. Om in 2011 tot BUN-voorzitter te worden benoemd, verzekerde Richard de Jongh zich op aandringen van zijn latere opvolger André Kalden van Tydeman’s uitdrukkelijke schriftelijke aanbeveling. Na De Jongh’s gedwongen vertrek zei Tydeman dat hij bij het doen van zijn aanbeveling de verkeerde persoon in gedachten had.

Sleutelposities

Begin jaren ’90 bezet ruim een handvol boeddhisten sleutelposities in de netwerken waaraan zij tot de dag van vandaag vasthouden. Het zijn Jacques den Boer, Jan de Breet, Rob Janssen, Matthijs Schouten, Wanda Sluyter, Aad Verboom, Paula de Wijs-Koolkin. Ze figureren overal: als boeddhistisch bestuurder, lobbyist, auteur, redacteur en chroniqueur. In de regel vervullen zij meerdere functies tegelijk.

Hun gezelschap oefent aantrekkingskracht uit op nieuwkomers zoals de latere omroepdirecteuren Jean Karel Hylkema, Babeth Vanloo en Gertjan Mulder, de latere justitie-ambtenaar Theo Alkemade (Varamitra), de latere VU-hoogleraar André van der Braak en ondernemers als Gerolf T’Hooft, Rob Lindeman (Uitgeverij Asoka) en Petra Hubbeling (Boeddhisness). Voor hen vormen de BUN-netwerken de springplank naar een carrière als ’beroepsboeddhist’. Zij ontlenen hun status en prestige in boeddhistische kring niet aan hun religieuze beoefening of leraarschap, maar aan hun maatschappelijke positie.

Deze groep boeddhisten verweeft en verknoopt de kleinere netwerken achter de BUN, en behartigt zo primair hun wereldlijke belangen. Als boeddhistisch equivalent van de old boys’ club vormen zij samen met de derde macht gelegenheidscoalities, werkgroepen, commissies van advies en bijstand. Zó ontstaan achtereenvolgens de ’driehoek BUN-BOS-Asoka’, de werkgroep Lotus Bloem en de Dharma Advies Raad. Komt tijdens bestuurlijke crises de nood aan de man, dan zijn zij degenen op wie altijd een beroep kan worden gedaan.

Commerciële belangen

Enkele BUN-netwerken vertegenwoordigen evidente commerciële en financiële belangen. Bijvoorbeeld in de nauwe samenwerking met de BOS en Bodhi TV of met de uitgeverijen Asoka B.V. en Milinda B.V. Andere netwerken bieden individuele boeddhisten uitzicht op schaarse aanstellingen bij de overheid of aan de universiteit: die rondom de BZI en het Boeddhistisch Seminarium aan de VU.

Deze netwerken brengen boeddhistische organisaties en ambitieuze boeddhisten ook in contact met vermogende vastgoedondernemers als Rob Lindeman en Harry Rijken. Lindeman treedt op als bestuurder en investeerder van het Milinda-concern, Rijken helpt verschillende BUN-leden bij het verkrijgen van onroerend goed.

Behalve persoonlijke spelen ook institutionele belangen een rol: invloed, macht, status, media-aandacht. De meeste boeddhistische organisaties zijn doorgangshuizen: ze weten de belangstelling beter te wekken dan vast te houden. Net als veel andere maatschappelijke organisaties worstelen ook zij met de gevolgen van de vergrijzing en een toenemend tekort aan vrijwilligers, bestuurders en inkomsten.

Bevlogen geldschieters

Voor deze organisaties achter de BUN kan de inbreng van bevlogen geldschieters allesbepalend zijn. De reden ligt voor de hand.

Binnen de huidige BUN-netwerken gaat veel minder geld om dan vijf of tien jaar geleden.

Een opsomming:

• Zilveren Kruis Achmea schrapte in 2010 de lucratieve ’boeddhistenpolis’;
• De BOS lijdt onder de omroepbezuinigingen en is vanaf 2016 passé;
• Het kabinet Rutte II bevriest tot en met 2017 de formatie van de dienst Boeddhistisch Geestelijke Verzorging;
• Op de markt van zorg en welzijn concurreren boeddhisten met mindfulness-therapeuten en de happy-go-lucky zen-commercie van Rients Ritskes;
• Boeddhistische uitgevers kwijnen weg, boeddhistische tijdschriften leggen het af tegen Happinez;
• De BUN zelf hangt een vordering van € 52.500 wegens de onrechtmatige besteding van omroepgelden boven het hoofd.

Het zijn tekenen aan de wand. Ook tot de BUN-netwerken behorende organisaties als het Kwan Yin Huis, het Maitreya Instituut en het Tibetaans Instituut in België moeten hun ambities bijstellen. Ze zien zich door het vrijwilligerstekort en de teruglopende inkomsten uit donaties en contributies genoodzaakt onroerend goed op te geven.

Retoriek BUN-voorzitter

De ingezette krimp, bijgestelde ambities en tanende invloed van de BUN-netwerken weerspiegelen zich in de retoriek van vertrekkend voorzitter André Kalden (2011-2014). Kalden stelt zich ermee tevreden dat zijn vereniging de leden verenigt, dat deze hun contributie betalen en dat het bestuur goed functioneert, zo schrijft hij in een eigen terug- en vooruitblik in het Boeddhistisch Dagblad (‘De BUN doet veel door er als vereniging te zijn’, 10 januari 2014).

Net als zijn voorgangers Jan Willem Houthoff (2003-2006) en Theo Alkemade (2007-2009) geeft Kalden hoog op over de inbreng van de BUN in de ‘interreligieuze dialoog’. Ook verheugt hij zich in de ‘op het boeddhisme geïnspireerde stem’ die mede dankzij de BUN in de Raad van Europa weerklinkt en in de ‘religieuze dialoog op Europees niveau.’ Over de opkomst tijdens de laatste ledenvergadering, de toekomst van de BOS, de dienst Boeddhistisch Geestelijke Verzorging, het Boeddhistisch Seminarium, de minieme werkgelegenheid voor bachelor- en master- studenten boeddhisme aan de VU en de rest van boeddhistisch Nederland rept hij met geen woord.

De formele vertegenwoordigers van BUN, BOS en BZI willen geen vragen van • open boeddhisme • beantwoorden.

Update 1 (3 februari 2014)
• Op 3 februari 2014 maakte de BUN via een nieuwsbrief bekend op zoek te zijn naar nieuwe bestuursleden om het ‘natuurlijke verloop in het bestuur op te kunnen vangen.’ Ze kondigt aan dat BUN-voorzitter André Kalden ‘om persoonlijke redenen’ vertrekt.
• De sollicitatiecommissie bestaat naast Paula de Wijs-Koolkin en Reinier Tilanus uit Henk Dolfing en Jim van Burk.
• Van Burk vertegenwoordigt het kerkgenootschap Boeddhistisch Centrum Haaglanden. Aan het hoofd van deze kerk staat Theo Alkemade (Varamitra). Alkemade is oud-voorzitter van de BUN en hoofd van de dienst Boeddhistisch Geestelijke Verzorging. Hij beslist over de aanstelling van nieuwe geestelijke verzorgers.
• Dolfing vertegenwoordigt het Tibetaans boeddhistische BUN-lid Jewel Heart. Volgens Zinweb.nl (3 juli 2012) volgt Dolfing aan de Radboud Universiteit in Nijmegen de master interreligieuze spiritualiteit: ‘Ik studeer vooral uit interesse, maar ik zou best geestelijk verzorger willen worden in de gevangenis; ik heb al eens op zo’n baan gesolliciteerd.’
• Volgens het Handelsregister is Julia Strijland op 1 januari 2014 tot ‘Secretaris penningmeester’ van de BUN benoemd en op 20 januari 2014 ingeschreven. Strijland is verbonden aan het European Zen Centre in Amsterdam.

 

Update 2 (5 februari 2014)

• In een nieuwsbrief (5 februari 2014) informeert secretaris/penningmeester Julia Strijland de BUN-leden over een ‘interreligieuze bijeenkomst in aanwezigheid van H.K.H. Prinses Beatrix van de werkgroep In Vrijheid Verbonden’ (gehouden op 28 januari 2014).
• Volgens de boeddhistische koepel was het ‘een bijzonder verbindende bijeenkomst’.
• Behalve het BUN-bestuur waren ook de vertalers Rob Janssen en Jan de Breet (Stichting Vrienden van het Boeddhisme) aanwezig, en vertegenwoordigers van de He Hua Tempel te Amsterdam die prinses Beatrix in 2000 opende.
• De He Hua Tempel is volgens het BUN-bestuur nooit lid geweest, maar staat wel op de BUN-ledenlijst.
• 
Han de Wit (Shambhala) hield namens de boeddhisten een korte rede. De Wit leverde ook een bijdrage aan het boekje ‘Religies dromen voor ons land’, dat aan prinses Beatrix werd aangeboden.

 

Diagram en grafieken 
• Bij dit bericht horen pdf’s met het diagram BUN-netwerken 1.0 (1978-2014) en van grafieken op basis van demografische gegevens van BUN-bestuursleden en deelnemers aan BUN-ledenvergaderingen.
• Het diagram geeft een overzicht van de verschillende netwerken achter de BUN, de personen en organisaties waaruit deze netwerken bestaan en hun onderlinge relaties. Achter hun namen zijn tussen haken het ontstaans- respectievelijk geboortejaar van deze organisaties en personen vermeld. Daaronder vindt u een korte omschrijving van de functie(s) die individuele personen en organisaties vervullen of hebben vervuld.
• U kunt het diagram via deze link openen en downloaden: Diagram BUN-netwerken 1.0 (1978-2014).
• De grafieken vindt u hier: Bestuursleden BUN 1990-2014 naar stroming (grafiek per 30-1-2014)Bestuursleden BUN 1990-2014 naar stroming (trend per 30-1-2014)Deelnemers BUN-ALV 2005-2012 naar stroming (grafiek per 30-1-2014) en Deelnemers BUN-ALV 2005-2012 naar stroming (trend per 30-1-2014).
• U kunt het diagram en de grafieken het best van links naar rechts lezen, van boven naar onder.
• Het diagram is geen stamboom: de volgorde waarin netwerken zijn ontstaan is globaal, en dus niet exact weergegeven, van links naar rechts.
• BUN-leden zijn herkenbaar aan het blauwe logo. BUN-voorzitters zijn herkenbaar aan de afbeelding van een voorzittershamer. In dit bericht met naam genoemde centrale figuren zijn herkenbaar aan een rood kader.
• Let op! Het diagram is niet uitputtend. Het geeft alleen díe BUN-leden, personen en organisaties weer die waarneembaar en actief, formeel of informeel in deze netwerken participeren of hebben geparticipeerd. Overige BUN-leden, en het grote aantal individuele boeddhisten en boeddhistische organisaties die geen deel uitmaken van deze netwerken ontbreken.
Rechten: Alle diagrammen en grafieken vallen onder de Creative Commons licentie van • open boeddhisme •. Dit betekent dat ze mogen worden verspreid, mits onze naam en website als bron worden vermeld. De pdf’s mogen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt, en niet worden gewijzigd of bewerkt.

 BUN formeel contactorgaan
• Als formeel contactorgaan van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en zendmachtigingshouder van de BOS presenteert de BUN zich sinds 1996 als enig, uniek representatieve vertegenwoordiger van de boeddhistische gemeenschap in Nederland.
• De unie houdt sinds 2009 vol dat de boeddhistische gemeenschap met 900.000 aanhangers de tweede religie van Nederland vormt. Volgens eigen zeggen hebben ongeveer 20.000 boeddhisten zich georganiseerd. De 26 organisaties achter de BUN samen hebben een aanhang die enkele duizenden boeddhisten telt.
• Ons land telt daarnaast ruim 200 boeddhistische organisaties die niet met de BUN of met BUN-leden verbonden zijn.
• De BUN sluit individuele, niet-georganiseerde boeddhisten sinds 2009 categorisch uit: als lid én belanghebbende.
• Onder de BUN-leden bevindt zich één etnisch boeddhistische organisatie: de Vietnamese Boeddhistische Samenwerking in Nederland (Hoi Phat Viet-Nam Tai Hoa-Lan).
• Sinds 1990 telde het BUN-bestuur 42 verschillende leden. Slechts één van hen, Ngok Minh Huynh (bestuurslid: 1998-2000) is tot de etnisch boeddhisten te rekenen.

BUN weer op niveau 1989
• Volgens eigen opgave telt de BUN momenteel 38 leden. De meeste groeperingen waren voor 1999 lid. Dat is vóór de totstandkoming van BOS en BZI.
• De afgelopen jaren zegden diverse leden van het eerste uur het BUN-lidmaatschap op: The Buddharama Temple, Gemeenschap van Boeddhistische Contemplatieven, Kagyu Rintchen Gyamtso Ling, Sakya Thegchen Ling, Suiren Ji, Us Thús (Dongag Changchub Chöling), Zensite-Zen.nl Eindhoven (eenmanszaak Wanda Sluyter).
• Dit getal (38) levert een vertekend beeld op. Vijf als één geheel functionerende (internationale) netwerk-sangha’s (Kanzeon, Lama Gangchen International Foundation, Stichting Inzichts Meditatie, Tibetaans Instituut, Triratna) zijn met meerdere organisaties lid.
• Ook vermeldt de BUN opnieuw de Taiwanese organisatie Buddha’s Light International (BLIA), bekend van de He Hua Tempel aan de Zeedijk in Amsterdam, als lid.
• Het BUN-bestuur stelde over BLIA tijdens een ledenvergaring in 2011 nog vast: ’De He Hua Tempel is geen lid, zoals eerder aan de orde is geweest.’
• In feite bestaat de BUN uit niet meer dan 26 verschillende in Nederland aanwezige boeddhistische groeperingen.
• De unie heeft daarmee globaal dezelfde omvang als op 21 mei 1989, toen een ’twintigtal boeddhistische groeperingen’ op initiatief van SVB-voorzitter Rob Janssen en BUN-voorzitter Tonny Kurpershoek-Scherft besloot de BUN ’nieuw leven’ in te blazen.

4 Responses to “Babyboomers domineren boeddhistische zuil”

  1. eckart dissen

    Deze scherpe analyse krijgt zo nu een dan de vorm van een aanklacht en niet helemaal bedekt venijn. Wat ik mis is enige visie op verandering en de toekomst. Daar ligt een mooie opgave voor de auteur.

    Beantwoorden
  2. Paul van Buuren

    Zou de analyse niet completer en eerlijker zijn als • open boeddhisme • zelf ook in het diagram werd opgenomen? Rob Hogendoorn heeft een verleden bij Asoka, van 1998 tot 2002. Dat staat open en bloot op zijn LinkedIn-profiel.

    Beantwoorden
    • Redactie

      Rob Hogendoorn was in de periode 1998-2002 als fondsredacteur op vrijwillige basis met Uitgeverij Asoka verbonden. Deze informatie is feitelijk juist, maar nóch actueel, nóch relevant.

      Eén van de redenen voor zijn vertrek was de voorgenomen overname van het Kwartaalblad Boeddhisme door Uitgeverij Asoka in 2003. Ook de totstandkoming van de genoemde ‘driehoek BUN-BOS-Asoka’ dateert uit de periode na zijn vertrek. Hogendoorn behoort niet tot de beschreven netwerken, datzelfde geldt voor Theo Dik en het webmagazine • open boeddhisme •.

      Het diagram is niet uitputtend. Het toont alleen díe personen, organisaties en netwerken, en alleen díe relaties daartussen, die actueel en relevant zijn voor het verklaren van het huidige functioneren van de BUN, en van het huidige functioneren van de netwerken waarop de koepelorganisatie rust.

      Ook Paul van Buuren participeerde of participeert -zover bekend- niet in deze netwerken. Om die reden is zijn naam niet vermeld. Om dezelfde reden ontbreken in het diagram de namen van vele andere personen en organisaties binnen de boeddhistische gemeenschap. Deze omvat meer dan de verzuilde netwerken die het diagram inzichtelijk maakt.

      De redactie van • open boeddhisme • geeft de bronnen en data op basis waarvan het diagram en de grafieken zijn samengesteld graag ter inzage aan bona fide journalisten, wetenschappers en andere onderzoekers. De redactie houdt zich aanbevolen voor aanvullingen, correcties en verbeteringen. Deze zullen worden verwerkt in versie 1.1 of 2.0.

      Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Paul van Buuren Reactie annuleren