• onafhankelijk • onderzoekend • opiniërend •

CvdM: ‘Geen belang bij vertraging beroepszaak’

Zandloper

Het Commissariaat voor de Media (CvdM) staat achter zijn besluit de BUN een sanctievordering van € 52.500 op te leggen. De toezichthouder zegt ‘geen enkel belang bij het rekken’ van de beroepsprocedure van de BUN voor de rechtbank in Amsterdam te hebben.

Het voortdurende uitstel van de behandeling van de beroepszaak BUN-CvdM ligt volgens de rechtbank Amsterdam aan de andere twee partijen, het CvdM zegt geen belang bij rekken te hebben. Het uitstel raakt André Kalden, de vertrekkende voorzitter, en Michael Ritman, zijn gedoodverfde opvolger bij de BUN.

Zo reageert Sietske Duller, hoofd externe betrekkingen van het CvdM, op vragen van • open boeddhisme • over de vertragingen in de behandeling van het BUN-beroep. De koepelorganisatie heeft tegen de sanctievordering van het CvdM bij de rechtbank in Amsterdam beroep aangetekend. De behandeling is sinds 27 november 2013 nu driemaal uitgesteld.

De redactie van • open boeddhisme • informeert na het derde uitstel op 18 april 2014 regelmatig (laatste keer 27 mei 2014) bij de rechtbank naar de nieuwe datum van behandeling. De griffie laat weten dat de ‘twee partijen’ (lees: BUN en CvdM) niet op voorgestelde data konden. BUN en BOS weigeren vragen van • open boeddhisme • (over welk onderwerp ook) te beantwoorden.

Met het uitstel van de behandeling van de beroepszaak van de BUN raakt de unie langzaam door haar troefkaarten rondom de zendmachtiging voor de BOS heen. Dit heeft consequenties voor de BUN zelf, André Kalden (vertrekkend voorzitter) en Michael Ritman (gedoodverfde opvolger).

De redactie van • open boeddhisme • zet de gevolgen voor Kalden en Ritman voor u op een rij.

• André Kalden

André Kalden is sinds 2011 als voorzitter van de BUN bestuurlijk verantwoordelijk voor onder meer het dossier CvdM. Hij bemoeit zich van meet af aan soms wel en soms niet met deze zaak. Zijn policy is: de sanctievordering aanvechten om als BUN niet zelf de € 52.500 te hoeven te betalen. Moet de BUN bakzeil halen, dan betaalt de koepelorganisatie de rekening van € 52.500 nog steeds niet zelf, meent Kalden: hij denkt dat de BOS dat zal doen, omdat de omroep de BUN zou hebben gevrijwaard.

Scenario’s BUN

Veroordeelt de rechtbank de BUN tot betaling en komt de rechter in een eventueel hoger beroep tot dezelfde conclusie, dan is het de vraag of de BUN dit bedrag kan betalen. De unie is armlastig, het is onduidelijk of de unie onder Kalden reserves heeft opgebouwd. Ook is onduidelijk of de BOS de boete en terugvordering van de BUN wel mag betalen. Een BUN-faillissement is dan ook een reële mogelijkheid.

Voor de stake holders van de BUN – overheid en Vrije Universiteit (VU) – houdt dit de volgende scenario’s in:

Fred Teeven: staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie, VVD) erkent sinds december 2012 de BUN permanent als officieel contactorgaan voor de overheid. Een faillissement is voor Teeven reden de erkenning van de BUN in te trekken.

VU: de BUN is mede-initiator van de opleiding tot ‘boeddhistisch chaplain‘. De totstandkoming van de VU-opleiding is een expliciete voorwaarde van de permanente erkenning door Teeven. Dit heeft geleid tot financiële steun (€ 1,3 miljoen) voor de VU van het ministerie van Onderwijs. Gaat de BUN failliet, dan vervalt de band met boeddhistische organisaties in ons land. Dit kan leiden tot nieuw beleid binnen de VU en het ministerie met gevolgen voor de chaplain-opleiding.

Ook het voortbestaan van de BOS hangt in sterke mate af van de juridische afwikkeling van de beroepszaak die haar zendmachtigingshouder BUN tegen het CvdM instelt. De volgende scenario’s zijn mogelijk:

• De BUN krijgt gelijk: de rechter in Amsterdam accepteert het BUN-bezwaar. Het CvdM kan hiertegen in hoger beroep gaan. Blijft de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep staan, maar volgt deze niet voor 31 december 2015 dan heeft dit geen effect: na die dag houdt de zendmachtiging voor ‘kleine’ omroepen als de BOS op te bestaan door kabinetsplannen. De BUN is dan voor het CvdM geen partij meer, de BOS kan de € 52.500 (indien de omroep dit bedrag daadwerkelijk reserveert) niet aan iets anders uitgeven.

• De BUN krijgt ongelijk: de rechter in Amsterdam verwerpt het BUN-bezwaar, de beslissing houdt stand in hoger beroep en de rechter dwingt de BUN tot betaling over te gaan. Onduidelijk is of de BUN geld voor dit soort calamiteiten heeft gereserveerd. Ook is onduidelijk of de BUN tegen die tijd financieel draagkrachtig genoeg zal zijn. Onduidelijk is verder of het CvdM de BOS zal toestaan de € 52.500 te betalen. Een BUN-faillissement is mogelijk. Op dat moment komt de zendmachtiging van de BOS te vervallen.

Voortdurend uitstel: De BOS kan baat hebben bij uitstel van de behandeling. Vanaf nu hebben de BUN en het CvdM, hun advocaten en de rechters iets minder dan 19 maanden de tijd voor de juridische afwikkeling. Na deze periode die op 31 december 2015 eindigt, is de BUN geen zendmachtigingshouder meer.

Tot er een definitieve uitspraak is kan de BOS doorgaan met het besteden van geld voor omroepproducties in het laatste uitzendjaar. Na 31 december 2015 kan de BOS zichzelf opheffen – de kas leeg, de zendmachtiging ingetrokken. In dat geval kan de BUN het bedrag van € 52.500 onmogelijk op de BOS verhalen.

Scenario Kalden

André Kalden vertrekt op 7 juni 2014 als voorzitter van de BUN. Het BUN-bestuur schuift als enige kandidaat Michael Ritman (aangesloten bij Rigpa Nederland) naar voren. Kalden draagt op die dag alle bestuurlijke verantwoordelijkheden over aan Ritman. De statuten en het huishoudelijk reglement van de BUN voorzien niet in specifieke voorwaarden die aan een (voortijdige, voorwaardelijke) décharge van de voorzitter en bestuursleden verbonden zijn.

Nihil: de kans dat Kalden als BUN-voorzitter rekenschap en verantwoording over zijn beleid met betrekking tot het CvdM en de BOS gaat afleggen, is nihil. Het BUN-bestuur heeft in het verleden laten zien vrijblijvend met de eigen accountability om te springen. Bestuursleden als Varamitra (Theo Alkemade), Petra Hubbeling, Wanda Sluyter, Humphrey Versloot en Bert Koopmanschap konden vertrekken terwijl bestuur en leden hen niet inhoudelijk bevroegen over bijvoorbeeld de financiële informatie in BUN-jaarstukken, of juridische kwesties zoals het conflict van de BUN met de fiscus en de Autoriteit Financiële Markten.

• Michael Ritman

Het BUN-bestuur ziet Michael Ritman (aangesloten bij Rigpa Nederland) als de enige boeddhist die voorzitter André Kalden kan opvolgen. Ritman heeft binnen de BUN geen bestuurlijke ervaring. Zijn naam wordt niet vermeld in de notulen van algemene ledenvergaderingen van de BUN (vanaf 2005). Direct na zijn benoeming krijgt hij met de bestuurlijke erfenis van Kalden in het dossier CvdM te maken.

Scenario Ritman

Ritman dient zich in korte tijd de inhoud en de finesses van de dossiers die Kalden achterlaat eigen te maken, om een standpunt in te kunnen nemen dat recht doet aan de toekomst en belangen van de unie én haar leden-organisaties. Hij kan kiezen uit minimaal twee opties. Tijdens de algemene ledenvergadering wordt mogelijk in zijn maiden speech duidelijk óf hij kiest en wát hij kiest. Het gaat om:

• nieuw beleid: Ritman breekt met het beleid van zijn voorganger Kalden. Hiermee kan hij een faillissement van de BUN mogelijk voorkomen. Hij krijgt de ledenvergadering achter zich om het verlies (€ 52.500) te nemen en met het CvdM een betalingsregeling te treffen. Ritman zegt de delegatieovereenkomst tussen BUN en BOS op, en ziet als zendmachtigingshouder tot en met 31 december 2015 strikt toe op het (financiële) beleid van de BOS.

• voortzetting bestaand beleid: Ritman handhaaft de Kalden-lijn. Hij volhardt in de juridische confrontatie met het CvdM die een onzekere uitkomst heeft, en neemt het risico van een faillissement voor lief.

In zijn introductiebrief aan de BUN-leden (3 mei 2014) beschrijft Ritman zijn taak als volgt: ‘Ik zal graag in goede samenwerking met de ALV en de andere bestuursleden verantwoordelijkheid nemen om te borgen wat er in de laatste jaren bereikt is, en dit waar mogelijk met beleid uit te bouwen.’

Toezicht BUN op BOS
• De BUN is juridisch toezichthouder op ‘haar’ BOS;
• De zendmachtiging van de BUN stopt op 31 december 2015. De BOS verdwijnt dan zoals alle ‘kleine’ omroepen door veranderingen in de Mediawet uit de ether.
• BOS-medewerkers zijn al bijna twee jaar bezig met een toekomst buiten het publieke bestel;
• Directie en bestuur staan niet onder direct toezicht van zendmachtigingshouder BUN;
• Het BOS-personeel denkt hardop na over de oprichting van een commercieel productiehuis om daarmee na 2015 de audio-visuele markt van de publieke omroepen te betreden;
• BOS-medewerkers combineren dit streven met het uitvoeren van haar primaire taak die uit publieke middelen wordt gefinancierd: het produceren van radio- en tv-programma’s voor het Nederlandse omroepbestel.

Rol CvdM
• De uitkomst van de trage, juridische afwikkeling voor de rechtbank Amsterdam van het beroep van de BUN tegen de sanctievordering van het CvdM heeft gevolgen voor deze toezichthouder.
CvdM krijgt ongelijk: andere ‘kleine’ zendmachtigingshouders kunnen de BUN-BOS-constructie toepassen. Dit is het sluiten van een delegatieovereenkomst met ‘hun’ publieke omroep waarin zij afzien van financieel toezicht en zich laten vrijwaren van de schade die daardoor ontstaat. Zo kunnen omroepgelden voor andere doelen (dan omroepproducties) worden gebruikt. Het toezicht van het CvdM daarop –geregeld in de Mediawet 2008 – is op deze manier denkbeeldig, illusoir.
CvdM krijgt gelijk: het CvdM kan gebruik van de BUN-BOS-constructie door de andere ‘kleine’ zendmachtigingshouders en ‘hun’ omroepen aanpakken. Het CvdM oefent op deze manier toezicht uit zoals de Mediawet 2008 dit voorschrijft.

Geef een reactie