• onafhankelijk • onderzoekend • opiniërend •

Onduidelijkheid VU-opleiding duurt voort

Collegebanken

Op dit moment volgen aan de VU Amsterdam tien studenten de boeddhistische bachelor-opleiding Religiewetenschappen, en zeven de boeddhistische variant binnen de master-opleiding Spiritual Care. Justitie-ambtenaar Varamitra (Theo Alkemade) vervult tegenover sommige studenten een dubbelrol. Het perspectief van afgestudeerden op werk is onzeker.

De VU-opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger, centraal in de BOS-uitzending OBA Live (3 juni 2014), roept vragen op over de kansen van studenten op de arbeidsmarkt. Onduidelijk blijft de inhoud van de zendingsprocedure en de rol van ambtenaar Varamitra (Theo Alkemade) als hoofd Boeddhistisch Geestelijk Verzorging (Justitie). Eén van zijn leerlingen, Marianne van Runnard-Heimel, was bij OBA Live te gast.

Dit is op te maken uit het interview met Marianne van Runnard-Heimel (43) dat Bettine Vriesekoop voor het BOS-radioprogramma OBA Live op 3 juni 2014 hield. Van Runnard-Heimel behoort volgens de BOS tot de eerste lichting boeddhistisch geestelijke verzorgers die aan de VU afstudeert. Zij is leerlinge van Varamitra (1953). Hij leidt een kerk en is tegelijk ambtelijk hoofd van de dienst die de geestelijke verzorging van gedetineerde boeddhisten regelt.

De VU-studente is tot nu toe de enige bron die publiekelijk informatie en inzicht verschaft over het aantal studenten dat de VU-opleidingen volgt. Alle vragen die • open boeddhisme • in de loop van 2013 en 2014 aan de VU over deze opleiding stelde, zijn onbeantwoord gebleven.

Werken als boeddhistisch geestelijk verzorger bij Justitie en Defensie is alleen toegestaan op voordracht van de stichting Boeddhistische Zendende Instantie (BZI). Opleiding en goedkeuring vloeien voort uit de overeenkomst tussen BUN en staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie, VVD). Teeven erkent de unie permanent als contactorgaan en zendende instantie. De BUN delegeert deze taak aan de BZI. Voorzitter Artho Jansen (BZI) is net als Marianne van Runnard-Heimel leerling van Varamitra (Theo Alkemade) bij Boeddhistisch Centrum (BC) Haaglanden.

Van Runnard-Heimel is leerlinge van Varamitra bij het Boeddhistisch Centrum (BC) Haaglanden. Deze sangha – formeel een kerkgenootschap – is opgericht door Varamitra die als zelfbenoemd geestelijk leider optreedt. Tegenwoordig is hij hoofd Boeddhistisch Geestelijke Verzorging (BGV). Deze BGV maakt deel uit van de Dienst Geestelijke Verzorging van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Doel is gedetineerden geestelijke verzorging op maat aan te bieden: dus ook boeddhistisch.

Als BGV-hoofd is Alkemade verantwoordelijk voor het werving- en selectieproces van boeddhistisch geestelijke verzorgers in gevangenissen. Deze moeten universitair geschoold zijn. De VU is de enige wetenschappelijke instelling in ons land die deze opleiding aanbiedt. Het ministerie van Onderwijs steunt de VU hierin eenmalig met € 1,3 miljoen (2012-2017).

In het BOS-interview praat Van Runnard-Heimel over haar keuze voor het boeddhisme en VU-opleiding, haar beroepsvooruitzichten als geestelijke verzorgster, het boeddhistisch perspectief van de opleiding, de inhoud ervan, de goedkeuring door de Boeddhistische Zendende Instantie (BZI) en de rol van Varamitra en zijn sangha daarin.

Van Runnard-Heimel zegt in het BOS-interview dat Varamitra haar op de bachelor-, master- en ambtsopleiding heeft gewezen.

Haar antwoorden op Vriesekoop’s vragen, de onduidelijke en schaarse communicatie van direct betrokken boeddhistische organisaties als de BUN en BZI gekoppeld aan de houding van de VU geen informatie te verschaffen zijn problematisch. Ze maken het voor de huidige en toekomstige studenten niet eenvoudig vooraf kennis te nemen van de mogelijkheden die de VU-opleidingen hen op de arbeidsmarkt bieden.

• Keuze

Van Runnard-Heimel werkte tot 2012 als opleidings- en organisatieadviseur bij ProRail. Ze liep stuk op het gebrek aan creativiteit, de procedures en regels. Drie jaar geleden las ze een boek over boeddhisme, ze werd daardoor geraakt, ze liet zich twee jaar geleden ontslaan, ze zegt uitkering te hebben ontvangen, ze werd lid van BC Haaglanden van Varamitra. Op zijn advies stapte ze in de VU-opleiding.

Na de pre-master Religiewetenschappen te hebben gehaald, stroomde ze in 2013 door naar de 1-jarige master Spiritual Care (boeddhistische variant). Ze wil over twee jaar instromen in de VU-opleiding voor het ambt van ‘boeddhistisch chaplain‘. ‘Ik moet weer geld gaan verdienen, dus ik wil nu wel aan de slag. Ik wil so wie so die ambtsopleiding doen’. De VU plant de start ervan in september 2014.

• Beroepsvooruitzichten

Van Runnard-Heimel loopt stage bij de politie in Amsterdam (Bureau Warmoesstraat). Ze begeleidt agenten in geestelijke nood (trauma door ervaringen op straat, relatie-, identiteitscrisis, zingevingsproblemen, rouw na verlies van partner of kind).

Ze wil aan de slag als academisch geschoold boeddhistisch geestelijk verzorger in het bedrijfsleven (‘Daar kom ik vandaan’), en niet in gevangenissen. Van Runnard-Heimel is nog nooit in een gevangenis gaan kijken. ‘Misschien volgend jaar’, zegt ze.

De VU meldt over beroepsperspectieven dat zending van een erkend levensbeschouwelijk genootschap (lees: de BUN, i.c. BZI) nodig is. ‘Wie geen zending verlangt kan na het eerste jaar aan het werk gaan als beginnend geestelijk verzorger en met postacademische cursussen doorgroeien’. Deze zending is nodig voor werken in gevangenissen, leger en academische ziekenhuizen, aldus de VU.

• Boeddhistisch perspectief en inhoud

Van Runnard-Heimel heeft besloten niet ‘zo snel boeddhistisch’ tijdens haar stage bij de Amsterdamse politie te zeggen. Dat slaat niet aan: ‘Als ik zeg meditatie, dan zeggen zij liever mindfulness.’ Over haar toekomstige rol zegt ze dat de inzet van een geestelijk verzorg(st)er in zingevingsproblematiek veel beter is dan die van een psycholoog. ‘Als mensen in een burn out terecht raken dan komen ze bij een psycholoog terecht en ik denk dat dat veel te zwaar is’.

Een psycholoog gebruikt vaak een bepaalde methodiek, een geestelijk verzorger niet. Aan technieken om ‘zulke zware gesprekken’ zoals Vriesekoop dit samenvat, te kunnen voeren wordt volgens Van Runnard-Heimel geen aandacht in de opleiding besteed. ‘Ik denk dat dit een kwestie van ervaring is’.

Ze schrijft haar scriptie over boeddhisme en leiderschap. De gesprekken met ‘leidinggevenden die in het boeddhisme staan’ heeft ze al gevoerd. Ook sprak ze met Kees Klomp. Klomp stond tot december 2012 bekend als Karmakees, runde zijn éénmansbedrijf Karmanomics (geluksgerichte marketing en management), schreef boeken en artikelen voor het Boeddhistisch Dagblad. Hij is sinds maart 2013 strategy director van True Ideas, een marketing- en communicatie-adviesbureau in Utrecht.

Volgens haar moeten alle geestelijk verzorgers academisch geschoold zijn (‘En dat hebben ze ook allemaal’); de post doc is niet verplicht. Volgens het ministerie werken momenteel zes boeddhistisch geestelijk verzorgers part time.

• Zending

Van Runnard-Heimel gaat in 2015 de 1-jarige post doc ambtsopleiding voor boeddhistisch chaplain doen. Om deze functie bij de krijgsmacht, justitie en in academische ziekenhuizen uit te oefenen, heeft ze goedkeuring van de BZI nodig. Dit zogeheten zendingsgesprek heeft ze nog niet gevoerd.

De criteria van de BZI kent ze niet. Ze omschrijft de procedure als volgt: ‘Een gesprek met de BZI, kennismaken en een beetje over en weer vragen stellen over waar moet ik aan voldoen, en dan krijg je de antwoorden mee, en dan heb je een jaar de tijd om academisch geschoold te raken en te zorgen dat je ook voldoende ontwikkeld bent.’

Over de rol van de sangha in deze fase van de opleiding zegt ze: ‘Die kan zeggen of je voldoende binnenperspectief hebt’. In haar geval wordt het oordeel daarover geveld door Varamitra, die vervolgens als ambtenaar over haar aanstelling moet beslissen. De BZI-toestemming ziet ze als een ‘soort keurmerk omdat ze vinden dat je goed genoeg bent om het zo over te brengen’.

De VU raadt op haar site de desbetreffende studenten aan vooraf (cursief VU) ‘goed uit te zoeken’ aan welke (aanvullende) eisen van de BZI moet worden voldaan.

• Rol Varamitra en zijn ‘sangha’

Varamitra zelf heeft geen academisch opleiding voltooid: hij werkte voorheen als verpleegkundige. BC Haaglanden behoort niet tot een bestaande boeddhistische traditie.  Varamitra regelde als voorzitter van de BUN (2006-2009) de erkenningsovereenkomst met Justitie en werd daarna zelf hoofd van de ambtelijke dienst die daardoor ontstond. Nadat hij zich van de organisatie Triratna (voorheen: Vrienden van de Westerse Boeddhisten Orde) had afgescheiden stichtte Varamitra in 2011 zijn eigen kerk.  Hij is daarvan het zelfbenoemd hoofd. Dit betekent onder meer dat op zijn functioneren als leraar niet wordt toegezien door andere boeddhistische geestelijken.

De sangha van Varamitra, BC Haaglanden, staat volgens Van Runnard-Heimel in de algemeen boeddhistische traditie. ‘Varamitra zegt dat het moet passen in je dagelijkse leven, anders kost het je te veel inspanning’. Ze noemt hem haar ‘mentor en nauw betrokken bij de opleiding’.

De VU-studente legt Vriesekoop en de luisteraars van het BOS-radioprogramma niet uit dat haar boeddhistische leraar Varamitra in het dagelijks leven BGV-hoofd bij het ministerie van Veiligheid en Justitie is, verantwoordelijk voor het werving- en selectieproces van alle boeddhistisch geestelijk verzorgers in gevangenissen. Behalve zijn leerlinge Van Runnard-Heimel volgt ook Varamitra’s levenspartner en BC Haaglanden-leraar Corine de Jong een VU-opleiding: religiestudies/boeddhisme.

In het geval dat De Jong en zijn leerlinge Van Runnard-Heimel als buddhist chaplain zouden willen werken, heeft Varamitra twee petten op. Hij moet zich als leraar binnen de sangha BC Haaglanden uitspreken over hun ‘binnenperspectief’, hij wordt als ambtenaar bij het ministerie hun leidinggevende.

In het interview zegt Van Runnard-Heimel niets over de manier waarop Varamitra denkt deze rollen te combineren. Ze heeft het ook niet over haar eigen standpunt in deze constructie. Vriesekoop laat na te vragen hoe Varamitra daarbij belangenverstrengeling of misbruik van positie kan vermijden.  De BUN en de BZI zijn niet bereid vragen hierover te beantwoorden.

VU en openheid
• De redactie van • open boeddhisme • heeft sinds zomer 2013 de VU verschillende malen inhoudelijke vragen gesteld over haar bachelor-, master en ambtsopleiding;
• Dit ging telefonisch en per mail;
• De vragen betreffen onder meer: hoeveel studenten, hoeveel mannen-vrouwen, leeftijden, aantal en namen docenten, eisen BZI, eventuele VU-hulp bij BZI-gesprek;
• De afdeling Communicatie van de Faculteit der Godgeleerdheid heeft nooit inhoudelijke antwoorden gegeven;
• Vakantie en onbereikbaarheid van verantwoordelijk VU-personeel maken een adequate reactie onmogelijk. Uiteindelijk wordt voor beantwoording verwezen naar de desbetreffende webpagina’s. Deze boden/bieden niet de gevraagde informatie aan;
• Op 24 maart 2014 wordt duidelijk dat de desbetreffende communicatie-adviseur bij de VU vertrekt;
• De laatste poging om informatie (24 maart 2014), nu aan Andries Mulder (directeur Bedrijfsvoering, hoofd van het Faculteitsbureau, verantwoordelijk facultaire personeelsaangelegenheden), levert het verzoek aan de redactie op geduld te betrachten in verband met de start van een nieuwe communicatieafdeling per 1 april 2014;
• Op de herinneringsmail van 21 mei 2014 heeft Mulder niet gereageerd.
BUN, BZI en BOS
De boeddhistische organisaties die direct en indirect betrokken zijn bij de VU-opleiding, maken het de huidige 17 en toekomstige studenten niet eenvoudig om aan informatie te komen.
• BUN: de unie is niet (pro-)actief en slordig in de communicatie over opleiding en zending van de studenten. Op de site staat achterhaalde informatie, er wordt verwezen naar de inmiddels opgeheven site: degevangenisboeddhist.nl. Daar stond informatie op over onder meer het boeddhisme, mediteren, publicaties etc. De wayback machine (archive.org) heeft de site deels gearchiveerd;
• BZI: de BUN die haar taak als ‘zendende instantie’ aan de Stichting Boeddhistische Zendende Instantie (BZI) heeft gedelegeerd, hult zich publiekelijk in stilzwijgen. De BZI is op 3 april 2009 opgericht. Deze stichting heeft geen site waarop zij haar doel en werkwijze kenbaar maakt;
• BOS: deze publieke omroep faciliteert de VU-opleiding met een enkel bericht in 2013 (inschrijving post doc) en het interview in OBA Live met studente Marianne van Runnard-Heimel. Bettine Vriesekoop vraagt niet bij haar door over onder meer de zendingsprocedure (criteria), de rol van Varamitra/Alkemade en het boeddhistisch perspectief van de opleidingen.

6 Responses to “Onduidelijkheid VU-opleiding duurt voort”

  1. Fred van Iersel

    Het ligt in dit stelsel voor de hand dat de BUN toezicht houdt op het hoofd Boeddhistisch Geestelijke Verzorging voor de inhoud en de werkgever op de managementaspecten / besturing.

    De kern van dit zendingsstelsel is de scharnierfunctie van hoofdgeestelijken. Dat zij tevens onderwijs verzorgen is op zichzelf geen contra-indicatie voor hun integriteit. Bovendien zijn er in het wetenschappelijk onderwijs ook toezichtmechanismen.

    Beantwoorden
  2. Redactie

    Om misverstanden te voorkomen: op Varamitra’s functioneren als hoofd en leraar van het kerkgenootschap Boeddhistisch Centrum (BC) Haaglanden ziet niemand toe. Hij is het hoofd van zijn eigen kerk.

    Varamitra’s bezigheden als boeddhistisch leraar binnen dit centrum behoren niet tot het wetenschappelijk onderwijs, en de daarvoor geldende toezichtmechanismen zijn daarop dus niet van toepassing. Ook de BUN oefent daarop geen toezicht uit.

    Varamitra’s oordeel als hoofd van BC Haaglanden over het ‘binnenperspectief’ van zijn eigen boeddhistische leerlingen bepaalt mede of diezelfde leerlingen door hem als hoofd Boeddhistisch Geestelijke Verzorging kunnen worden aangesteld als ambtenaar bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

    Datzelfde geldt voor het oordeel van Varamitra’s leerling Artho Jansen, voorzitter van de stichting Boeddhistische Zendende Instantie (BZI). De BUN heeft de voordracht van geestelijke verzorgers aan deze stichting gedelegeerd.

    Dit betekent dat ook Jansen bepaalt of BC Haaglanden-kandidaten bij Justitie zullen worden aangesteld. In 2008 droeg diezelfde voorzitter Jansen namens de BZI Varamitra voor als hoofd van de justitiële dienst Boeddhistisch Geestelijke Verzorging.

    Die verwevenheid roept vragen op, níet het feit dat Varamitra boeddhistisch onderricht geeft.

    Beantwoorden
  3. Fred van Iersel

    Op de integriteit van hoofdgeestelijken wordt toegezien door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Hierin spelen ook nevenfuncties een rol.

    Beantwoorden
  4. alluman

    ‘Aan technieken om “zulke zware gesprekken” zoals Vriesekoop dit samenvat, te kunnen voeren wordt volgens Van Runnard-Heimel geen aandacht in de opleiding besteed.’

    - Opvallend dat aan de kernvaardigheden van dit werk geen aandacht is gegeven.

    Het lijkt me eens te meer een onderstreping van de gedachte dat het beter is om psychotherapeuten te scholen in boeddhisme, dan boeddhisten te scholen in, ja, wat eigenlijk?

    Beantwoorden
    • Fred van Iersel

      U roert een oude discussie aan over de verhouding van geestelijke verzorging – daarover gaat het namelijk – en psychotherapie: twee disciplines die baat hebben bij uitwisseling maar bepaald niet tot elkaar te herleiden zijn.

      Het spreekt overigens vanzelf dat het voeren van gesprekken wel in een (praktijk) opleiding tot geestelijk verzorger – ongeacht de denominatie.

      Beantwoorden
  5. Joop Romeijn

    Een correctie en wat aanvullende informatie over de mededeling dat ‘de 1-jarige post doc ambtsopleiding voor boeddhistisch chaplain (…) Om deze functie bij de krijgsmacht, justitie en in academische ziekenhuizen uit te oefenen, heeft ze goedkeuring van de BZI nodig.’ De krijgsmacht kent geen onderdeel boeddhistisch geestelijke verzorging. Er is ook geen enkel teken dat dit gaat gebeuren. Niet alleen in academische ziekenhuizen maar ook in allerlei gezondheidszorgvoorzieningen zijn op dit moment geestelijk verzorgers aanwezig – of deze werkgevers ook een boeddhist nodig hebben, is maar de vraag. Ik vrees dat Van Runnard-Heimel niet goed is geïnformeerd.

    Datzelfde geldt voor haar mening dat goedkeuring van de BZI (per se) nodig is. Nodig is de goedkeuring en daarmee de zending van een levensbeschouwelijk genootschap. Dat kan de BZI namens de BUN zijn, maar de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in de Zorginstellingen (VGVZ) kent de details van een alternatief.

    Ik citeer hun Nieuwsbrief: ‘De Raad die de levensbeschouwelijke competentie van geestelijk verzorgers zonder zending gaat toetsen, (…) heeft nu als werknaam Raad voor Institutioneel Niet-Gezondenen (RING). (…) Het is goed dat de borging van kwalitatief goede geestelijke verzorging voor alle collega’s, met en zonder zending van een levensbeschouwelijk instituut, snel vorm krijgt.’ Ongeorganiseerde boeddhisten kunnen straks ook via deze RING gezonden worden.

    Een ander punt is: wie eist straks dat een boeddhistisch geestelijk verzorger een postdoctoraal diploma moet hebben om aan het werk te kunnen? Justitie kennelijk niet, en de gezondheidszorg volgens mij ook niet. Dat wil zeggen, ik ben deze eis op de website van de VGVZ niet tegengekomen.

    Beantwoorden

Geef een reactie