De dalai lama in Nederland (1): Het eerste bezoek
Van 10 tot en met 12 mei 2014 verblijft de dalai lama in Nederland. Inhoudelijk staat zijn bezoek in het geheel in het teken van secularisatie en educatie. Het ontwikkelen van ethisch besef begint van jongs af aan en moet verder reiken dan religie, vindt de dalai lama. Maar, wat zegt dit over hem? Hoe bepaalt hij zijn standpunt in actuele morele kwesties? Welke dilemma’s dringen zich daarbij aan hem op?
Tibetaanse guerilla’s staakten hun gewapende verzet tegen de Chinese bezetting van Tibet in 1974, een jaar na zijn eerste bezoek aan Nederland. Niet omdat de dalai lama daartoe op principiële gronden besloot, maar omdat de Amerikaanse geheime dienst hem geen andere keuze liet. Hoe verhoudt zich dit tot zijn pleidooi voor geweldloosheid? De dalai lama rekent het tot zijn morele plicht voor religieuze verdraagzaamheid te pleiten door een oordeel te vellen over de werkelijke aard van een boze geest. Hoe rijmt hij dit met zijn betoog over seculiere ethiek? Volgens het Tibetaans boeddhisme is seksueel verkeer tussen leraar en leerling geen taboe. Toch is seksueel misbruik door Tibetaanse geestelijken in boeddhistisch Nederland tot nu toe onbespreekbaar. Hoe kan dat?
In de veertig jaar na zijn eerste bezoek is in ons land niet alleen een boeddhistische gemeenschap ontstaan, de Nederlandse samenleving zelf is ingrijpend veranderd. Welke consequenties hebben maatschappelijke trends voor Nederlands boeddhisten? Hoe doen boeddhisten hun voordeel met de sterk toegenomen aandacht voor seksueel misbruik door geestelijken en de inhoudelijke expertise die journalisten, onderzoekers en de rooms-katholieke kerk op dit vlak hebben opgebouwd? Wat betekent morele secularisatie voor het boeddhistische perspectief op menselijke drijfveren als geweld, macht en seks? Welke sociaal- en politiek-filosofische inzichten heeft een belangrijke boeddhistische leraar zoals de dalai lama ons te bieden?
Het is onaannemelijk dat de dalai lama deze vragen tijdens zijn zevende bezoek aan Nederland eigener beweging opwerpt. Hij heeft zijn eigen politieke en religieuze agenda, en zijn Nederlandse entourage ziet erop toe dat daarvan niet wordt afgeweken. Maar dat betekent niet dat hij niet met dit soort vragen kan worden geconfronteerd.
Zes bezoeken in veertig jaar
Tenzin Gyatso (78), de veertiende dalai lama, bezocht Nederland de afgelopen veertig jaar zes keer. Voor het eerst in 1973. Ter vergelijking: sinds de jaren zeventig reisde hij 62 keer door de Verenigde Staten (VS), 54 keer door (West-)Duitsland en 37 keer door Frankrijk. In dezelfde periode deed de dalai lama andere West-Europese landen tussen de tien en de 40 keer aan.
Zijn eerste bezoek aan Nederland had plaats tijdens een uitgebreide Europese tournee die in Vaticaanstad begon. Op 30 september 1973 ging de 38-jarige dalai lama die sinds 1959 als politiek vluchteling in India leeft, op audiëntie bij paus Paulus VI (1897-1978). Het was een historisch ogenblik: nooit eerder ontmoette het hoofd van de rooms-katholieke kerk de wereldlijk en geestelijk leider van het Tibetaanse volk.
Net als zijn dertien voorgangers had de dalai lama Azië nog nooit verlaten. Zijn beeld van het Westen baseerde hij vooral op indrukken die hij overhield aan ontmoetingen met westerlingen in Tibet en India, Amerikaanse tijdschriften, nieuwsuitzendingen van de BBC en oude bioscoopjournaals. Zijn ervaring met andere Aziatische culturen was ook beperkt: in de jaren vijftig reisde hij door China, in 1967 verbleef hij drie weken in Japan en Thailand.
Het zou tot 1979 duren voor de dalai lama zijn eerste bezoek aan de VS bracht. Dit had een politieke reden. In 1960, een jaar nadat de Amerikaanse geheime dienst CIA hem naar India hielp vluchten, werd de dalai lama uitgenodigd voor een conferentie in New York en een kennismakingsgesprek met president Dwight Eisenhower in Washington. Het bezoek zou een informeel, religieus karakter krijgen: de Amerikaanse regering heeft altijd geweigerd de dalai lama als staatshoofd van Tibet te ontvangen. Hij wees de invitatie af vanwege de precedentwerking die daarvan zou uitgaan. De uitnodiging aanvaarden zou de Tibetaanse aanspraak op onafhankelijkheid aan kracht doen inboeten, meende hij.
St. Circus
Zijn reserve belette de dalai lama niet nauw met de Amerikanen te blijven samenwerken. Onder de codenaam St. Circus financierde, trainde en bevoorraadde de CIA tussen 1957 en 1973 het gewapende verzet van Tibet tegen de Chinese bezetting. In het Amerikaanse gebiedsdeel Saipan (Grote Oceaan) en in Camp Hale (Colorado) leidden Amerikaanse instructeurs Tibetaanse parachutisten op die dan uit ongemarkeerde vliegtuigen boven Tibet sprongen. Ook hadden geregeld wapendroppings plaats. De Tibetaanse geheim agenten leidden er de guerilla tegen het Chinese leger.
In de jaren zestig ontving de Tibetaanse regering in ballingschap hiervoor jaarlijks 1,7 miljoen dollar. Behalve het gewapende verzet betaalde de CIA ook de lobbykantoren van de dalai lama in Genève en New York en een kaderopleiding voor Tibetaanse ambtenaren aan Cornell University. De dalai lama zelf ontving een stipendium van 180.000 dollar per jaar.
De clandestiene Tibetaans-Amerikaanse militaire samenwerking eindigde begin jaren zeventig. In 1973 bracht de CIA de laatste betalingen terug van 500.000 dollar per jaar naar nul. Het ontregelende effect en de inlichtingenwaarde van de militaire operaties in Tibet wogen volgens de CIA niet langer op tegen de kosten. Ook achtten de Amerikanen het politieke afbreukrisico van St. Circus te groot: in die jaren zocht president Richard Nixon (1969-1974) met zijn ’pingpongdiplomatie’ toenadering tot de machthebbers in China. In 1974 dwong de Amerikaanse realpolitik de dalai lama tot het versturen van een op band ingesproken boodschap. Daarin riep hij de laatst overgebleven, weerspannige Tibetaanse guerillastrijders in Nepal op zich te demobiliseren.
Precaire situatie
De dalai lama moet zich van het wegvallen van de Amerikaanse politieke en militaire steun tijdens zijn Europese rondreis in 1973 acuut bewust zijn geweest. De toekomst van een onafhankelijk Tibet en van het Tibetaans boeddhisme, en de eenheid van het Tibetaanse volk werden daardoor rechtstreeks bedreigd. Dít was de politieke context van zijn reis door Europa. Deze precaire situatie zal zich toen niet zo hebben opgedrongen aan de Nederlandse vrijwilligers die het bezoek organiseerden: de dalai lama en zijn regering in ballingschap gaven het bestaan van St. Circus en de bestemming van het CIA-geld pas in 1998 openlijk toe.
Bij aankomst op Schiphol gaf de dalai lama geen interviews. In een schriftelijke verklaring werd benadrukt dat zijn bezoek een ‘zuiver cultureel, religieus en persoonlijk karakter draagt, waarbij de politiek buiten beschouwing wordt gelaten.’ Kennelijk hield de dalai lama niet langer vast aan zijn eerdere wens als door de Tibetaanse grondwet van 1963 aangewezen staatshoofd te worden ontvangen.
Behalve enkele kerkelijk leiders, onder wie de rooms-katholieke kardinaal Bernardus Alfrink, met wie hij het belang van de interreligieuze dialoog besprak, ontmoette de dalai lama ook Prins Bernard. Hij bedankte de prins in paleis Soestdijk voor zijn inzet voor een Europese vluchtelingenactie uit 1966. De opbrengst daarvan – 65 miljoen gulden – kwam deels ten goede aan Tibetaanse vluchtelingen in India en Nepal. Zijn verblijf in Nederland werd afgesloten met een bezoek aan het Evoluon in Eindhoven, waar de dalai lama kennis maakte met Frits Philips.
Weten de Nederlands boeddhisten, politici én journalisten eigenlijk wel wie ze met de dalai lama tijdens zijn bezoek aan ons land (10-12 mei 2014) tegenover zich hebben? Wat zijn wezenlijke gedachtegoed bepaalt en bepaald heeft? En hoe ze hem kunnen, moeten benaderen om omstreden kwesties bespreekbaar te maken? In het essay De dalai lama in Nederland: Meer geliefd dan gekend‘ gaat redacteur Rob Hogendoorn van • open boeddhisme • in op de intellectuele, religieuze en politieke dynamiek die de dalai lama heeft gevormd.
De serie bestaat uit:
• De dalai lama in Nederland (1): Het eerste bezoek
• De dalai lama in Nederland (2): Het netwerk en de entourage
• De dalai lama in Nederland (3): Intellectueel en icoon
• De dalai lama in Nederland (4): De vragen die nooit gesteld zijn
Geef een reactie