Boeddhisten worstelen met eigen falen
Joan Halifax Roshi heeft de vraag opgeworpen waarom boeddhisten zoveel moeite hebben met conflicten om te gaan. Deze vraag wordt actueel door de huidige controverse rondom Rients Ritskes en de instinctieve reacties daarop vanuit boeddhistische kring.
Een voorbeeld van zo’n reactie is afkomstig van Robert Keurntjes. Hij stelt voor de titelfraude waarvan Zen.nl-ondernemer Rients Ritskes is beticht alleen te beoordelen aan de hand van het resultaat van zijn lessen. Zo’n houding maakt gedupeerden echter monddood.
Keurntjes, die zich bekend maakt als filosoof en voorzitter van de Nederlandse vestiging van het Tarab Instituut, doet dit voorstel in een terugblik op de recente berichtgeving over de kwestie-Ritskes in het Boeddhistisch Dagblad (BD, 20 april 2013).
‘Ik hoop vooral dat zij die les gehad hebben van Ritskes niet verleid zullen worden om het resultaat van hun inspanningen te meten aan de hand van een discussie over een titel in plaats van te kijken naar wat het hun voor hun dagelijks leven opgeleverd heeft,’ schrijft hij.
Volgens Keurntjes is de vraag ‘niet of je verworven titel als zenleraar terecht is maar of je er een beter mens van geworden bent dat makkelijker om kan gaan met wat je tegenkomt.’
Afhankelijkheid
Dat degenen die dit oordeel moeten vellen, psychisch, emotioneel, moreel, financieel en sociaal afhankelijk kunnen zijn van Ritskes, laat Keurntjes buiten beschouwing.
De asymmetrie van de leraar-leerling verhouding ontgaat hem.
Of zij een ‘beter mens’ zijn geworden bepalen veel van de door Ritskes opgeleide personen aan de hand van criteria die hij hen zelf heeft ingeprent.
Keurntjes houdt er ook geen rekening mee dat Ritskes’ leerlingen zijn versie van de boeddhistische normen en waarden -veelal tegen betaling van duizenden euro’s- hebben verinnerlijkt, en vaak geen andere versie kennen.
Buiten beschouwing
In feite stelt Keurntjes voor zowel de door Ritskes binnen Zen.nl geschapen situatie, als het door hem als leraar geschonden vertrouwen, buiten beschouwing te laten.
Dit komt neer op een poging de discussie over Ritskes’ gedrag te voeren in termen die zijn perceptie van het boeddhisme in bescherming neemt, en niet die van anderen. En dat werkt in het nadeel van degenen die zich gedupeerd voelen.
Klachtencommissie
Binnen Zen.nl is een ‘externe’ vertrouwenspersoon (Marga Thijssen) aangewezen, klachten moeten bij een klachtencommissie worden ingediend voorgezeten door ‘hoofdopleider en oprichter Zen.nl’ Rients Ritskes.
De overige leden van de klachtencommissie zijn, behalve Thijssen, door Ritskes opgeleide zenleraren. Tussen hen en Ritskes bestaat dus, behalve een geestelijke en organisatorische, ook een commerciële en financiële relatie.
Tibetaanse ‘shaman’
Met zijn opinie bezweert Keurntjes wellicht het voelbare ongemak en de cognitieve dissonantie die het nieuws over Ritskes’ titelfraude en de reacties daarop bij BD-lezers oproepen.
De lezers kunnen hun discussie nu wel staken, want hoe zouden zij moeten bepalen wie waarvan een beter mens wordt?
Bovendien, welke persoon zal publiekelijk willen aanvoeren dat Ritskes’ lessen hem of haar tot een slechter, minder goed functionerend mens heeft gemaakt?
Keurntjes handelt hiermee als een hedendaagse Tibetaanse shaman, die met rituele spreuken een collectief trauma verlicht en de natuurlijke orde herstelt.
Hij verliest daarmee echter de belangen van personen die Ritskes’ gedrag kan schaden, én van zijn toekomstige leerlingen uit het oog.
Zenschandalen
Keurntjes had uit meerdere voorbeelden van zenschandalen in de Verenigde Staten lering kunnen trekken.
De schandalen in de VS rondom het jaren durende, grensoverschrijdende gedrag van zenleraren als Richard Baker Roshi, Eido Shimano Roshi, Dennis Genpo Merzel, Joshu Sasaki Roshi staan niet op zichzelf.
Eén van de bekendste zenmeesters, Joan Halifax Roshi van het Upaya Zen Center in Santa Fe, schreef in 2011 meerdere open brieven over het zedenschandaal rondom Eido Shimano Roshi.
Seksueel wangedrag
In de open brieven schrijft Halifax ook over de reacties -liever gezegd, het gebrek daaraan- op het seksueel wangedrag van Eido Shimano vanuit de boeddhistische gemeenschap.
‘De archieven van Robert Aitken Roshi tonen aan dat een boeddhistische leraar, Eido Shimano Roshi, sinds 1964 tegenover een aantal vrouwelijke studenten seksueeel wangedrag vertoont. (…) Hij is daarmee meer dan 45 jaar doorgegaan. Veel boeddhistische beoefenaren wisten ervan (…) Wat zegt dit stilzwijgen ons, vraag ik me af? Waarom grepen we niet in? Waarom zijn wij, als boeddhist, zo afkerig van conflicten?’
Joan Halifax Roshi probeert boeddhisten wereldwijd, leraren en leerlingen, aan te zetten tot bezinning.
Ze poogt het bestaan van onwenselijk, grensoverschrijdend gedrag -én het collectieve zwijgen daarover- niet alleen uit de persoonskenmerken van daders of slachtoffers te verklaren, maar ook uit structurele, institutionele en sociaal-psychologische factoren.
Mea Maxima Culpa
Keurntjes had ook zijn voordeel kunnen doen met de documentaire ‘Mea Maxima Culpa: Silence in the House of God’ van regisseur Alex Gibney (2012), in Nederland te zien via onder meer HBO.
Deze documentaire wordt dit najaar tijdens het International Documentary Film Festival (IDFA) in Amsterdam vertoond.
De film laat zien hoe het seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk in de VS decennia later naar buiten kwam.
Ook hier wordt duidelijk hoe groot de rol is die bestaande, structurele machts- en afhankelijkheidsrelaties samen met een cultuur van stilzwijgen in relaties tussen leraren en leerlingen, geestelijken en volgelingen spelen.
Doofstomme kinderen
In de film staat het seksueel misbruik van dove en doofstomme leerlingen van St. Johns School for the Deaf in de jaren ’60 van de vorige eeuw centraal. De kinderen werden jarenlang misbruikt door schoolhoofd en priester Vader Lawrence Murphy.
De slachtoffers vertellen hoeveel moeite en volharding het hen kostte, de naaste omgeving van het misbruik te overtuigen.
Hun lichamelijke beperking speelde daarin een grote rol: niet omdat zij moeite hadden zich uit te drukken -de meesten van hen beheersen gebarentaal en kunnen liplezen- maar omdat doven en doofstommen in die tijd geestelijk niet voor vol werden aangezien.
Onaantastbaar
Murphy bleef daardoor jaren onaantastbaar. Zijn seksueel wangedrag werd ontkend, verzwegen en gebaggatelliseerd. De verhalen van slachtoffers werden niet geloofd, en zij werden zelfs bestraft, soms door hun eigen ouders.
Wat daaruit op te maken valt: zolang niemand de feiten kende, werkten bestaande machtsstructuren, afhankelijkheidsrelaties en informatieposities uitsluitend in Murphy’s voordeel.
Diabolische werking
Keurntjes had zich als filosoof ook meer rekenschap kunnen geven van de consequenties die zijn specifieke verwoording van het probleem voor anderen heeft.
In de jaren ’80 van de vorige eeuw werden studenten rechtsgeleerdheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam ingewijd in het leerstuk ‘diabolische werking van de reductionistische binding’.
Simpel gezegd: wie de termen bepaalt waarin een discussie mag worden gevoerd, bepaalt in hoge mate de uitkomst.
De praktische betekenis daarvan voor juristen is dat zij altijd moeten beseffen dat het grootste gevecht buiten de rechtszaal plaatsvindt, tijdens de fase waarin deze termen worden bepaald.
‘Framing’
In hedendaagse termen wordt dit inzicht ook wel aangeduid met ‘de macht van het discours’ of, nog bondiger, ‘framing’.
De afgelopen jaren hebben politicologen, historici en journalisten het succes van Geert Wilders in die termen proberen te verklaren.
Wilders c.s., redeneren zij, ontregelen het onder Nederlandse politici gangbare discours door traditionele thema’s afwijkend te ‘framen’.
Niet alleen in woord, maar ook in daad. Door massaal in het ‘frame’ van Wilders te stappen, laten politici zich termen opdringen die de hunne niet zijn. Hun politieke verlies is daarin voorgeprogrammeerd.
Risico
Door de kwestie-Ritskes op juist deze wijze in te perken neemt Keurntjes ook een risico.
Hij kan niet weten of er naast de ‘titelfraude’ nog meer aan de hand is bij Zen.nl, want dat heeft hij niet onderzocht. Hij stelt dan ook geen nieuwe feiten vast.
Keurntjes weet niet welke bedrijven achter de vestigingen van Zen.nl schuilgaan. Hij weet niet welke hiërarchie binnen Zen.nl bestaat, en welke beloningsstructuur er geldt.
Hij weet niet of sprake is van financiële afdrachten naar Ritskes’ hoofdkantoor in Malden. Hij weet niet aan wie Ritskes verantwoording verschuldigd is. En hij weet niet of Ritskes naast titelfraude ook ander grensoverschrijdend gedrag vertoont, en welk precies.
Geen flauw idee
Kortom, Keurntjes heeft geen flauw idee welke machtsstructuren en psychische, emotionele, morele en financiële afhankelijkheden binnen de ‘franchise organisatie’ Zen.nl bestaan.
Uit zijn tekst valt op te maken dat hij het ook niet wíl weten. Keurntjes nodigt zijn lezers uit niet de feiten centraal te stellen, maar hun beleving van de feiten.
Dat is een klassieke reflex van het Nieuw Nederlands Boeddhisme, en die reflex is voor Zen.nl-gedupeerden funest.
Reflex
Dezelfde reflex valt niet alleen te bespeuren in de reacties van lezers van het BD, maar ook in de houding die de redactie aanneemt.
‘Op dit moment is het het verhaal van twee mannen, die allebei hun eigen waarheid verkondigen,’ schrijft de redactie, ‘laten we onze spraak bewaken en compassie hebben met Rients Ritskes en al die anderen om hen heen. Het BD is benieuwd naar de lezing van Ritskes zelf en zal vanaf dit moment de kwestie terughoudend volgen’, aldus de redactie in een noot.
Deze noot past in het patroon dat de redactie willens en wetens hanteert.
‘Boeddhistische journalistiek’
De redactie van het BD bedrijft volgens eigen zeggen ‘boeddhistische journalistiek’.
In de praktijk betekent dit dat de redactie nauwelijks kopij levert. Het contextualiseren en duiden van nieuws laat ze aan de lezers over. De discussies tússen lezers probeert de redactie wel actief te sturen.
Het BD handelt eerder als knipselkrant of news-aggregator dan als journalistiek medium.
De berichtgeving bestaat voor een groot deel uit letterlijk weergegeven persberichten, nieuwsbrieven en dergelijke, en uit eerder verschenen blogberichten van andere sites.
Tegelijk fungeert de internetkrant als ‘partijorgaan’ van boedddhistische ‘autoriteiten’ bij onder meer de BUN, de BOS en de BZI.
‘Fact-free journalism’
In de zaak Ritskes bedrijft de redactie ‘fact-free journalism’. Ze neemt een afwachtende houding aan, gaat niet op onderzoek uit, toetst geen feiten en voegt niets toe.
Ze informeert lezers door de feitelijke weergave van anderen woordelijk over te nemen, of door beweringen en meningen ongetoetst, zonder context weer te geven.
Een voorbeeld: op 17 april 2013 nam de BD-redactie een onder verschillende media verspreide verklaring van Rients Ritskes (261 woorden) en een Engelstalige brief van Sokun Tsushimoto Roshi (852 woorden) letterlijk over in één ‘nieuwsbericht’.
De (deels anonieme) reacties van lezers op dat bericht maken duidelijk dat ze nauwelijks raad weten met op deze wijze verstrekte informatie.
Keurntjes beperkt zich in zijn beschouwing tot op deze wijze door het BD aangedragen informatie en de emoties die dit oproept: hij baseert zich op een non-discussie over non-informatie.
Mediaoptredens
Hij had zich daarnaast ook op de berichtgeving in Dagblad Trouw en andere media kunnen baseren.
Daaruit komt naar voren dat Zen.nl-ondernemer Ritskes over een paar jaar vijftig vestigingen wil hebben gerealiseerd. Ook wil hij met de Partij voor Geluk een plaats innemen in de Tweede Kamer.
In interviews met Trouw claimt hij dat hij ‘bijna verlicht ofwel gelukkig’ is, net als de door hem tot osho gewijde zenleraren.
Ritskes noemt zichzelf afwisselend zenmeester, roshi en dai-osho. In die hoedanigheid schaft hij onder meer het boeddhistische leerstuk dana (vrijgevigheid) af.
Sterker, in Trouw (19 april 2013) leidde hij uit de aantallen studenten en door hem opgeleide leraren, én uit zijn materiële succes af dat zijn vorm van zen superieur is aan de tradities in Japan. Hij meent zijn voormalige vriend Sokun Tsushimoto Roshi daarmee voorbij te zijn gestreefd.
Vertrouwen
‘Het belangrijkste vermogen dat een zenmeester in huis moet hebben is het kunnen schenken van vertrouwen. Dat is cruciaal. Een goede leraar ziet het potentieel van zijn leerlingen en laat die groeien door er alle vertrouwen in te stellen’, aldus Ritskes in Trouw (7 juli 2010).
Over het vertrouwen dat zijn leerlingen in hem stellen, heeft hij het niet. Dat neemt niet weg dat dit vertrouwen door de gebeurtenissen van het moment, en de reacties daarop van Ritskes, ernstig kan worden geschaad.
Persona non grata
Inmiddels staat vast dat een hoge, formeel geautoriseerde Japanse roshi hem van titelfraude beticht.
Leidende geestelijken binnen de tot voor kort door Ritskes geclaimde overleveringslijn hebben zich openlijk van hem gedistantieerd.
Eén van de meest prestigieuze rinzai kloosters, Tenryu-ji in Kyoto, verklaart hem zelfs tot persona non grata.
Verantwoording
Ritskes is een publieke figuur, en laat zich laatdunkend uit over de Japanse zentradities en leraren aan wie hij zijn huidige bestaan als zenleraar dankt.
Hij is voor zijn gedrag verantwoording verschuldigd: aan het publiek, in het bijzonder de leden van de boeddhistische gemeenschap wier tradities hij beschimpt, en aan media.
Zijn recente persverklaringen en uitlatingen in Dagblad Trouw geven weinig vertrouwen in Ritskes’ openhartigheid.
Openheid en transparantie
In een situatie als deze kan hij niet alleen met openheid en transparantie volstaan.
Rients Ritskes dient ook en vooral zijn eerdere beweringen en beschuldigingen toetsbaar te maken, en waar nodig zijn verontschuldigingen aan te bieden.
Van de door hem opgeleide leraren en studenten mag worden verwacht dat zij zich openlijk uitspreken over zijn gedrag, ook het gedrag nadat hij door Sokun Tsushimoto Roshi op zijn verantwoordelijkheid als zenleraar is gewezen.
Van degenen die beter wisten mag worden gevraagd waarom zij -de inflatie van hun eigen titel ten spijt- niet eerder hebben ingegrepen: sommige leerling-leraren moeten hebben geweten dat Ritskes nooit formeel tot roshi of zenmeester is benoemd, terwijl hij deze titels overal gebruikt, ook in het buitenland.
Degenen die menen door Ritskes’ gedrag te zijn geschaad, doen er goed aan zich uit te spreken. Zij moeten zich daarbij niet te veel laten (af)leiden door Robert Keurntjes’ betoog.
Lees ook
> Actueel – Rintskes levert monnikspij in
> Actueel – Rients Ritskes kent de zentraditie niet
> Actueel – Groot gezichtsverlies Ritskes in Japan
> Actueel – Ritskes mag in Trouw alles ontkennen
> Analyse – De macht van het discours
> Actueel – Vertrouwenspersoon: zó regel je dat
> BD – Robert Keurntjes: Het nieuws deze week (20-4-2013)
> IDFA – Mea Maxima Culpa
> DocGeeks – Mea Maxima Culpa documentary exposes ‘church omertà’ (27-2-2013)
> Joan Halifax – Why Buddhism? Violations of Trust in the Sexual Sphere (3-1-2011)
> Joan Halifax – Open Letter Regarding Eido Shimano (2-1-2011)
> Zen.nl – Klachtenreglement
> Website Robert Keurntjes
> Website Tarab Instituut Nederland
Kijk ook
> YouTube – Documentaire Mea Maxima Culpa
> YouTube – Trailer Mea Maxima Culpa

One Response to “Boeddhisten worstelen met eigen falen”
De kritiek die hier aan mijn tekst wordt gewijd is niet terecht. Het is juist het verwarren van vorm en inhoud dat tot ellende voert.
Wanneer je de titel en de prestaties van iemand niet uit elkaar houdt, dan wekt dat een aantal geschetste problemen in de hand.
Waarom werden het schoolhoofd en de priester niet aangepakt? Omdat zij door hun titel als betrouwbaarder werden geschetst dan de doofstomme kinderen. Waarom vielen de misbruikende leraren niet eerder door de mand? Omdat ze beschermd werden door hun titel.
Mijn voorstel om vorm en inhoud niet te verwarren snijdt aan twee kanten. Het voorkomt dat mensen zonder kwaliteit, op grond van hun titel, met misstanden weg kunnen komen en dat mensen met kwaliteit, omwille van het ontbreken van een titel niet gehoord worden.
Als een leraar iets mis gedaan heeft moet dat aan de kaak gesteld worden, maar dan wel dat wat hij misdaan heeft.
De redactie van • open boeddhisme • meent ten onrechte dat ik zeg dat de titelkwestie beoordeeld moet worden op grond van de kwaliteit van de inhoud. Ik pleit ervoor ze afzonderlijk te beoordelen. Het terecht voeren van een titel levert evenmin een garantie op kwaliteit als het onterecht voeren van een titel het ontbreken van kwaliteit garandeert. De woorden van een putjesschepper kunnen wijzer blijken dan van een president.
Dit zegt niks over de kwestie zelf, enkel over mijn idee hoe je tot je oordeel kunt komen. Over de kwestie zelf heb ik niet genoeg informatie. Ongetwijfeld kunnen juristen nog veel beter uitleggen dat bij het vormen van een oordeel zorgvuldig moet worden gewogen wat relevant is, en wat niet.