Mattioli: ‘Theorie en leraar onnodig’
Gerhard Mattioli stelt in zijn nieuwe boek Tot sein besteht nicht (2013) dat degene die God of de waarheid zoekt geen theorie nodig heeft, en wie mediteert geen leraar. Tegelijk gaat hij zelf met zijn leer -een samenraapsel van persoonlijke ‘inzichten’- op zoek naar een nieuw en breder publiek.
In Tot sein besteht nicht onderwijst Gerhard Mattioli (1949) een theorie die het hindoeïsme, boeddhisme en rooms katholicisme op één noemer -’zelfverwerkelijking’- moet brengen. Het boek (129 pagina’s) bestaat uit negen delen: een theoretische onderbouwing, praktische oefeningen en de uitleg daarvan, en een vraaggesprek tussen de ‘meester’ (dat wil zeggen, Mattioli) en zijn ‘leerling’. Mattioli noemt zichzelf–ten onrechte–’boeddhistische lama’, ‘trappist’, ‘benedictijn’ en ‘monnik’.
Als auteur put Mattioli vooral uit zijn persoonlijke interpretatie van leerstukken uit het Tibetaans boeddhisme, zonder de herkomst daarvan te vermelden. De ideeën in zijn boek zijn niet los te zien van zijn zelfpresentatie; ze zijn suggestief en roepen serieuze vragen op: Zoekers naar God en de waarheid hebben geen theorie nodig, toch onderwijst Mattioli er één. Mediterenden hebben geen guru nodig, toch instrueert Mattioli hen. Zijn teksten zijn makkelijk tot hun bron te herleiden, toch presenteert Mattioli deze als oorspronkelijk werk. ‘Lama Kelsang Chöpel’ is geschiedenis, toch beroept Mattioli zich op de ervaring die deze ‘lama’ opdeed. In feite moedigt Mattioli de lezer in het boek aan behalve bij zichzelf alleen bij hem te rade te gaan. Tot sein besteht nicht brengt Mattioli -dankzij de mogelijkheden van self-publishing en print on demand en de brede bekendheid die God, de benedictijnen en trappisten genieten- bovendien in contact met andere, nieuwe zoekers op het spirituele pad.
Mattioli schrijft dat hij zich als zesjarige voornam later op zoek te gaan naar ‘de waarheid over het leven en over wat hem dichter bij GOD brengt [alle kapitalen auteur]. ‘Veertig jaar later was het zo ver. Een eenzame retraite van drieënenhalf jaar in het Himalaya gebergte stelde me in staat mijzelf beter te leren kennen en toegang te krijgen tot een hoger bewustzijn, wat het zoeken naar mijn ware identiteit vergemakkelijkte’, aldus Mattioli. De Bijbel en de theologie brachten hem niet dichter bij ‘GOD’, schrijft hij. Ook het boeddhisme niet: ‘De Boeddha negeerde alle vragen over God, hem ging het erom de mensen de weg naar gelukzaligheid te wijzen.’
Het streven naar ‘zelfverwerkelijking’ en het zoeken naar het ‘ware ZELF’, dat wil zeggen, het ‘goddelijke zelf’ dat in ieder van ons aanwezig is, leveren volgens Mattioli de enige sleutel die de deur kan openen naar de ‘oneindige, alomvattende, universele materie die wij God noemen’. Volgens hem verwijzen ook de hindoeïstische Upanisaden en de Ashtavakra Gita van de advaita vedanta school naar diezelfde, ‘hoogste verwerkelijking’. Mattioli ziet de individuele mens als een combinatie van lichaam en geest waarmee ‘het IK’ zich vereenzelvigt. Wie dit ‘IK’, zoekt zal het niet vinden. Het is een product van ons denken, dat een beeld van de werkelijkheid projecteert waaraan wij ons vastklampen. Tevergeefs, want het is een onhoudbaar beeld, schrijft Mattioli. Sterker, ‘het IK, dat zich vereenzelvigt met ons lichaam, ons denken en ons handelen, is de wortel van alle problemen en moeilijkheden waarvoor het leven ons stelt.’
Mattioli contrasteert dit ‘IK’ met ‘het ZELF’. ‘Het ZELF’ is volgens hem een ‘zuiver bewustzijn, zonder IK-bewustzijn’. Wordt ‘het IK’ vernietigd, dan blijft het ‘eeuwige, zuivere ZELF’ over. Dit is dan ‘bevrijding, verlichting, zelfverwerkelijking’. Mensen worden volgens Mattioli onder de invloed van karma geboren, mét het ‘ware ZELF’ en ‘het IK’. De steeds dwingender aanwezigheid van ‘het IK’ in het kind verhindert dat het ‘ware ZELF’, dat losstaat van dat ‘IK’ en de vergankelijkheid van het individu, tot wasdom komt. Zelfverwerkelijking verdringt of vernietigt ‘het IK’ en activeert ‘het ZELF’ opdat wij vanuit de zuiverheid van het ZELF kunnen denken en handelen’, aldus Mattioli. ‘Dit is het ZELF dat wij als GOD kunnen aanmerken. Het realiseren van zelfverwerkelijking brengt ons bij GOD, en laat ons leven met GOD, door GOD en in GOD’. Ons gewone denken heeft moeite deze waarheid te aanvaarden, schrijft hij, omdat het behoefte heeft aan een ‘vastomlijnde theorie’. Wie oprecht op zoek gaat naar ‘GOD’ of het ‘ware ZELF’, heeft echter geen theorie nodig, meent Mattioli: ‘Wie op het ZELF mediteert overkomt iets dat ons denken niet kan verklaren en waarop wij als individu geen invloed kunnen uitoefenen. Tijdens dat proces wordt elke twijfel of discussie opgegeven.’ Volgens hem richten alle geloofsovertuigingen zich ‘naar het ENE, naar GOD, hoe verschillende culturen deze materie ook mogen aanduiden’. Daarom verdienen alle religies en gelovigen erkenning en respect. Mattioli’s voorstelling van het ‘ware ZELF’ is concreet.
‘Nu komen we eindelijk toe aan de vraag waar ik het ware ZELF kan vinden, en hoe ik het kan activeren. Het ZELF bevindt zich twee centimeter rechts van het midden van de borst, daarover zijn alle grote meesters door de eeuwen heen het eens.’ Dit ‘mentale, spirituele hart’ moet niet worden verward met het orgaan dat het bloed rondpompt. ‘Onze handen wijzen dit punt vaak onbewust aan, op een moment van verrassing of schrik.’
Het ‘ware ZELF’ laat zich activeren door middel van meditatie, schrijft Mattioli. In zijn boek reikt hij daartoe verschillende oefeningen aan. Het is de bedoeling dat het denken ‘indaalt’ in het spirituele hart, om ‘zonder gedachten’ op dat punt te verwijlen. ‘Voor het gemak kunnen we het ZELF markeren door op de plaats waar het zich bevindt een bal van wit licht te visualiseren, ter grootte van een tennisbal. Richt u zich in meditatie op deze witte lichtbal, op uw ZELF, en verblijf daarin’. Wie erin slaagt zonder gedachten in ‘het ZELF’ te verwijlen, kan een gevoel van leegte ervaren. De bedoeling is dat men in meditatie, nog steeds gericht op ‘het ZELF’, in deze leegte verblijft. Verder hoeft men niets te doen, alles gebeurt vanzelf, aldus Mattioli. Men kan ook het ‘helle Licht’ ervaren dat als een witte nevel verschijnt waarmee men lichaam en geest laat versmelten. ‘Dit is het goddelijke licht, de waarheid omtrent het leven en GOD, de zelfverwerkelijking, die u kunt realiseren’ aldus Mattioli. Andere ‘spirituele hulpmiddelen en yoga’s’ hebben volgens Mattioli hun nut, maar alleen de zelfverwerkelijking die híj onderwijst, leidt tot de ‘hoogste verlichting’. Hij verwijst het beeld van een boven ons gestelde God die over ons gedrag oordeelt, naar het rijk der fabelen.
Alleen zíjn methode ‘vernietigt al het Karma dat wij in dit bestaan en alle vorige levens hebben verzameld en maakt ons vrij van nieuw Karma’, schrijft hij. ‘Het bevrijdt ons van wedergeboorte, geeft ons Wijsheid en Weten over het leven en het goddelijke, terwijl wij binnen onze gemeenschap toch onopvallend, optimaal en voorbeeldig functioneren.’ Hij waarschuwt: ‘De resultaten kunnen zich pas na dagen, weken, maanden of jaren ontwikkelen of merkbaar worden, dat verschilt per persoon.’ Over karma zegt Mattioli verder nog dat het ‘eigenlijk’ boven het onderscheid tussen goed en kwaad gaat: ‘Er ís geen goed en kwaad, ik gebruik die aanduiding alleen om Karma en de invloed ervan beter te kunnen uitleggen.’
De weinige biografische gegevens die Mattioli in het boek verstrekt, zijn zo algemeen dat deze alleen met veel moeite te toetsen zijn. Hij vermeldt nergens jaartallen of plaatsen, de namen van instellingen of personen die hem tot ‘lama’ of ‘monnik’ zouden hebben opgeleid ontbreken. Mattioli schrijft dat hij jaren stervensbegeleiding heeft gegeven aan zowel kinderen als volwassenen: ‘veel van hen zijn in mijn armen gestorven’. Ook meldt hij dat hij eens een voordracht hield met de titel ‘Sterven kan men leren’. Volgens hem trad hij op voor een ‘internationaal publiek’ van ‘psychologen, psychiaters, artsen, ziekenhuispersoneel, theologen en stervensbegeleiders’. Hij geeft geen details: nergens wordt duidelijk waar, wanneer, hoe en met wie hij zijn ‘jarenlange ervaring’ heeft opgedaan. Ook verwijst Mattioli nergens naar zijn bezigheden als auteur van boeken over de pleziervaart (1988-1991), ‘Lama Kelsang Chöpel’ en hoofd van het Boeddhistische Mahayana Centrum in Middelburg (2003-2008), postulant in de Abdij Sion (2012) en als acupuncturist (heden). Mattioli doet niet aan bronvermelding. Veel van zijn termen, begrippen, omschrijvingen, raadgevingen, oefeningen en meditaties zijn direct of indirect te herleiden tot Tibetaans boeddhistisch onderricht. Standaard teksten zoals deze zijn te vinden in makkelijk te verkrijgen boeddhistische lectuur zoals de Stadia van het pad naar verlichting (Tib. Lam Rim). Het gaat daarbij onder meer om Mattioli’s presentatie van:
- het oplossen van de elementen aarde, water, vuur en lucht tijdens het sterven;
- het verdwijnen van het bewustzijn door de lichaamsopeningen van de dode;
- de onvermijdelijkheid en onvoorspelbaarheid van het moment van sterven;
- de rol van begeerte, haat en onwetendheid als oorzaak van lijden;
- de werking van karma, het zuiveren van negatief karma, het toewijden van verdienste;
- het onderscheid tussen concentratie-meditatie en analytische meditatie;
- de filosofie van leegte;
- verstorende emoties zoals woede;
- het cultiveren van gelijkmoedigheid, mededogen en liefdevolle vriendelijkheid.
Mattioli’s betoog over chakra’s en energiebanen, visualisatie- en ademhalingsoefeningen is verwant, mogelijk rechtstreeks ontleend aan onderricht over de Tibetaans boeddhistische tantra. Traditioneel wordt dergelijk onderricht alleen aan formeel geïnitieerden gegeven, die in de beoefening daarvan door hun eigen boeddhistische leraar worden begeleid.
Mattioli’s toepassing van deze leerstukken wijkt in meer dan één opzicht af van de boeddhistische traditie waaraan hij ze ontleent. Zo vindt hij de persoonlijke begeleiding van mediterenden door een guru niet noodzakelijk: ‘Er bestaat goede spirituele literatuur waarnaar u zich kunt richtten. Ook kunt u vooruit worden geholpen door de ervaring van mediterende vrienden en bekenden.’ Een dergelijk advies is in Tibetaans boeddhistische kringen, zéker bij het bestuderen en beoefenen van tantra, onbestaanbaar.
Mattioli’s eigen theorie over zelfverwerkelijking valt noch met de leer van het boeddhisme noch met die van de rooms katholieke kerk te rijmen. Zijn ideeën over ‘GOD’, het ‘goddelijke’ of ‘ware ZELF’, karma, dood en wedergeboorte, bijvoorbeeld, zijn niet te verenigen met de Catechismus van de Katholieke Kerk. Mattioli’s ideeën over ‘het IK’, het ‘goddelijke’ of ‘ware ZELF’, ‘GOD’ en leegte, bijvoorbeeld, zijn niet te verenigen met die van boeddhisten uit de gelug traditie waartoe hij zegt te hebben behoord. In feite stapelt Mattioli in Tot sein besteht nicht een willekeurige verzameling oppervlakkige weetjes zónder deze kennis te integreren in een samenhangend betoog, zoals men van een auteur zou verwachten. Hij ontleent zijn gezag als schrijver alleen aan zijn persoonlijke zoektocht, de geschiedenis waarvan hij selectief en onjuist weergeeft. Titel ten onrechte
Tot sein besteht nicht
Mattioli beroept zich in Tot sein besteht nicht op zijn ‘jarenlange ervaring als boeddhistische lama en als benedictijner en trappisten monnik.’ Ten onrechte: Mattioli is noch bij de trappisten, noch bij de benedictijnen ingetreden als geprofeste monnik, hij heeft zichzelf tot Tibetaans boeddhistische lama benoemd. Ex-volgelingen melden dat hij zich als ‘Lama Kelsang Chöpel’ tussen 2003 en 2008 schuldig maakte aan seksueel misbruik, drogering en intimidatie. Volgens Mattioli past zijn gedrag in de beoefening van Tibetaans boeddhistische tantra. Zijn boek is een commerciële uitgave, verschenen bij de Duitse self-publisher United P.C. Verlag. De uitgeverij verklaart expliciet dat haar auteurs zelf verantwoordelijk zijn voor inhoud en redactie. Het boek is verkrijgbaar via bedrijven zoals Amazon.com. Het wordt print on demand gedrukt. Dit betekent dat tussen auteur en lezer geen inhoudelijke of feitelijke toetsing staat.
Self published
Mattioli’s boek Tot sein besteht nicht behoort tot het genre van de self published lectuur. Deze boeken worden verkocht via websites zoals Amazon.com en naar behoefte gedrukt, tegen geringe kosten. De auteur is als enige verantwoordelijkheid voor de inhoud. Anders dan bij traditioneel uitgegeven boeken gaat hij alleen over de finale tekst. Toetsing van de inhoud door een professionele redactie en de vakhandel ontbreekt.
Lees ook
> Actueel – Valse claim Mattioli monnikschap trappisten
> Mattioli – Voorwoord ‘Tot sein besteht nicht’ (2013, pdf)
> Website Mattioli – Tot sein besteht nicht
> RK Documenten – Catechismus van de Katholieke Kerk
> Maitreya Instituut – Stadia van het Pad naar Verlichting (Tib, Lam Rim)
Geef een reactie