De berekening die tot het aantal van 170.000 boeddhisten in Nederland komt, steunt niet op objectief vastgestelde feiten. Onderzoek van • open boeddhisme • toont aan dat organisaties in de boeddhistische wereld en adviesorganen van de regering elkaar overschrijven.
De Boeddhistische Unie Nederland (BUN) die op haar site het aantal van 170.000 boeddhisten opvoert, haalt het getal uit de publicatie Maatschappelijke Organisaties in Beeld van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) uit 2008.
Het SCP zet echter bij de tabel dat dit aantal te hoog is. Het SCP ontleende het aantal op zijn beurt aan het rapport Geloven in het publieke domein van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
SCP-onderzoeker Joep de Hart zei daarover op 1 oktober 2008 in Trouw: ‘De hoge cijfers verbaasden me enorm – vandaar de kanttekening – maar het was niet mijn opdracht om de herkomst te onderzoeken’.
Weinig bekend
De WRR maakte in Geloven in het publieke domein gebruik van cijfers van het onderzoekscentrum KASKI aan de Radboud Universiteit Nijmegen. KASKI-onderzoeker en co-auteur Ton Bernts stelde tegenover • open boeddhisme • dat het aantal van 170.000 boeddhisten afkomstig was van de BUN.
Ook uit het WRR-rapport spreekt scepsis: ‘Over het aantal boeddhisten in Nederland is weinig bekend en bestaat weinig eenduidigheid; we komen aantallen tegen tussen de 70.000 en de 450.000.’ (p. 134)
De onderzoekers noemen als bron het ‘Verslag Algemene Ledenvergadering Boeddhistische Unie 8 april 2006’. Daarin wordt een discussie van de leden over de mededeling dat het aantal boeddhisten is gegroeid tot 250.000 besloten met de woorden: ‘Niemand weet het precieze aantal.’
Het WRR-rapport zegt verder: ‘Volgens een informant van de Boeddhistische Unie zouden er in Nederland op dit moment 250.000 boeddhisten zijn, waarvan 100.000 van allochtone afkomst, met name Chinezen en Thai, en 150.000 van autochtone afkomst. Op de websites van de Boeddhistische Omroep en van de Boeddhistische Unie Nederland is het getal van 170.000 te vinden met twee onderverdelingen, één naar stroming en één naar etniciteit.’
De door de auteurs opgemaakte tabel laat zien dat beide organisaties op hun websites destijds het aantal van 100.000 autochtone boeddhisten en 70.000 niet-autochtone boeddhisten hanteerden (p. 134).
Eigen calculaties
Het door de informant aan de WRR-onderzoekers opgegeven aantal van 250.000 boeddhisten vinden we terug als een eigen calculatie van de BUN in de Aanvraag voor een zendmachtiging voor radio en televisie ex art. 39f van de Mediawet uit september 2004.
Daarin becijferde de Unie dat Nederland op dat moment tenminste 150.000 ‘oorspronkelijke Nederlander boeddhisten’ en tenminste 100.000 ‘niet van oorspronkelijk Nederlandse afkomst zijnde boeddhisten’ telde.
De BUN baseerde die berekeningen deels op cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Anders dan bij christenen, hindoes en moslims doet het CBS zelf echter geen metingen van het aantal boeddhisten in Nederland. Het maakt daarvan zelfs geen raming.
De BUN stelde in 2004 daarom louter op basis van eigen opgaven van lid-organisaties dat haar autochtone achterban tussen 1999 en 2004 met gemiddeld 44% moest zijn gestegen tot ‘ruim boven de 100.000′.
Daar telde de BUN een zelf geraamd aantal niet-georganiseerde boeddhisten en immigranten uit boeddhistische landen bij op, tot een totaal van 250.000 (p. 8). Toen de WRR-onderzoekers later de website raadpleegden, had de BUN deze aantallen kennelijk naar beneden bijgesteld.
In het Trouw-artikel uit 2008 schatte toenmalig BUN-voorzitter Varamitra (Theo Alkemade) het totaal aantal boeddhisten ‘met een heel natte vinger’ zelf op 50.000.
Op 12 oktober 2009 besteedde NRC•Next aandacht aan de door de BUN en BOS gehanteerde cijfers. Francisca Boel zei zich als voorzitter van de BUN alleen verantwoordelijk te voelen voor de hoogstens 20.000 bij de leden aangesloten personen: ‘Het aantal boeddhisten in dit land is voor ons niet te onderzoeken. Dat is ook niet mijn taak.’
Conclusie • open boeddhisme •
De BUN zelf is de enige bron van het volgens haar website door het SCP ‘gestelde’ aantal van 170.000 boeddhisten. Het SCP en de WRR namen dit aantal over zonder het onafhankelijk te hebben getoetst, maar niet zonder kritische kanttekeningen en bronvermelding.
Dit alles valt uit de summiere weergave van de BUN niet op te maken. Door op deze wijze een gezaghebbende bron als het SCP te citeren verleent de BUN het aantal van 170.000 boeddhisten weliswaar de schijn van objectivitiet, maar daarachter gaan dus geen harde, door onafhankelijke instanties zelf vastgestelde feiten schuil.
Bronnen
• Berg, E. van den, en J. de Hart (2008). Maatschappelijke organisaties in beeld. Grote ledenorganisaties over actuele ontwikkelingen op het maatschappelijk middenveld. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau
• Bernts, T., G. de Jong en H. Yar (2006). Een religieuze atlas van Nederland. In: W.B.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee en R.J.J.M. Plum (red.), Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie (p. 89-138). Den Haag / Amsterdam: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid / Amsterdam University Press
• Nierop, L. van. Één beeldje van Blokker maakt nog geen boeddhist. In: NRC-Next, maandag 12 oktober 2009 (p. 8-9).
• Weseman, P. Boeddhisten rekenen zich rijk met te hoge cijfers. In: Trouw, 1 oktober 2008 (katern 2, p. 6).
Lees ook
> Boeddhistische Unie Nederland
> SCP: Maatschappelijke organisaties in beeld
> WRR – Geloven in het Publieke Domein (2006, pdf)
> Onderzoekscentrum KASKI
> Verslag Algemene Ledenvergadering Boeddhistische Unie (8-4-2006, pdf)
> Zendmachtigingsaanvraag 2004 BOS (pdf)
> NRC•Next: Wie een boeddhabeeldje heeft is boeddhist
> Trouw: Boeddhisten rekenen zich rijk met te hoge cijfers
Geef een reactie