De evaluatie van de BUN schrijdt voort

en

Een aangevuld verslag van het gesprek

Half juni ben ik door het Kaski geïnterviewd als vertegenwoordiger van ‘de ongebonden boeddhisten’ (ironie hierover is op haar plaats maar laat ik lopen).

Toen, maar ook in de email-uitwisseling met het Kaski voor en na dit gesprek werd me steeds duidelijk hoe voorzichtig het Kaski te werk ging.

Vragen over de procedure werden steeds teruggekoppeld naar Justitie.

Ook de mededeling aan de BUN dat het gevraagde uitstel van 30 april naar 18 juni accoord was, werd pas gedaan nadat Justitie daarvoor toestemming had gegeven, zo begreep ik, informeel maar duidelijk.

De materie is helemaal niet zo complex.

Het probleem voor Justitie is dat het bijna niet mogelijk is de erkenning van de BUN definitief te maken, terwijl ze dat graag willen.

Daarom is niet in 2011 geëvalueerd; en daarom is het boven genoemde uitstel goedgekeurd. Justitie heeft tijd gekocht en hoopte dat de BUN uiteindelijk en alsnog aan de erkenningsvoorwaarden van 2008 zou voldoen: de ruzie binnen de BUN lijkt bijvoorbeeld verdwenen, de ambtsopleiding staat in de steigers.

De materie bij de boeddhisten is helemaal niet complexer dan die bij de hindoes, en de evaluatie van de Hindoeraad (bijna gelijk met die van de BUN begonnen) is al lang afgerond, inclusief een Justitie-besluit.

Mijn vermoeden is dat het Kaski op basis van de evaluatie-feiten alleen maar een negatief advies uit kon gaan brengen en dat Justitie dat probeert te voorkomen.

Want is er is nu nog een groot probleem: de zeer lage representativiteit van de BUN, met name door de vele ongeorganiseerden die men tot nu buiten de deur heeft gehouden.

Daarom is het volgens mij niet toevallig dat juist nu het BUN-bestuur zegt daar iets aan te gaan doen.